Martin Luther zit op Twitter
Ineens zijn ze overal. Je kunt maar kiezen wie je volgen wilt: Jonathan Edwards, Theodore Beza, William Perkins, Ulrico Zwinglio, John Knox, Herman Bavinck, John Bunyan. Bij honderden bevolken ze het internet, en via Twitter kun je met ze in contact komen. De interessantste is Martin Luther.
Waar de meeste oudvaders op Twitter zich beperken tot een dagelijks of wekelijks citaat uit eigen werk, in het Engels, zorgt MLuther2017 voor meer nieuws. Hij heeft niet alleen een twitteraccount, maar ook een LinkedIn-profiel en een blog: martinluther2017.blogspot.com. Bovendien zorgt hij voor een nieuwe en actuele invulling van Luthers boodschap. En hij blogt in het Nederlands.
Alle reden dus om een poging te doen met hem in gesprek te komen. Hieronder een verslag van de conversatie.
Beste Martin Luther, u hebt ongetwijfeld zelf betere dingen te doen, maar zou uw ghostwriter contact met mij kunnen opnemen?
„Ik sta open voor een interview. Maar alleen per e-mail, want mijn ghostwriter wil anoniem blijven.”
Hoe kwam u, als achtenswaardig reformator, ertoe om u op het gladde ijs van de sociale media te begeven?
„Na bijna 500 jaar is het even wennen, zo’n toetsenbord, maar ik dacht: dit is een grote kans. Zoals in mijn tijd de boekdrukkunst een geweldige uitvinding was om het reformatorische gedachtegoed te verspreiden, zo geldt dat nu voor de sociale media. Daarbij werd ik geïnspireerd door de zevenjarige Reformatieherdenking, georganiseerd door Refo500. Een en ander mondde uit in een persoonlijk project dat ik de naam Martin Luther 2.0 meegaf. Mijn weblog vormt de hoofdactiviteit van het project: de bedoeling is dat ik daar in de periode tussen 31 oktober 2010 en 31 oktober 2017 95 stellingen publiceer. Met de andere kanalen van de sociale media, Twitter en LinkedIn, wil ik mensen naar deze weblog toe trekken.”
Uw eerste 3 stellingen zijn nu verschenen, u hebt er nog 92 te gaan, voordat u ze aan de slotkapel kunt spijkeren. Waar moeten die allemaal over gaan?
„Het is mij een vreugde nog 92 gelegenheden te hebben een boodschap te verspreiden. Een boodschap die wortelt in het reformatorische gedachtegoed en die actueel is voor de dag van vandaag. De onderwerpen worden wat willekeurig gekozen. Mijn hart ligt op mijn tong, dat is algemeen bekend. Wanneer ik me gedrongen voel te reflecteren op een onderwerp uit de actualiteit zal ik dat direct doen – bijvoorbeeld in mijn blog over de (Herziene) Statenvertaling. Verder wil ik mijn zorgen uitspreken over de culturele ontwikkelingen in West-Europa in het algemeen, maar ook in kerkelijk Nederland. En ten slotte wil ik de ontdekkingen die ik door Gods goede Geest in de zestiende eeuw mocht doen, opnieuw voor het voetlicht halen.”
Als u het ”reformatorische gedachtegoed” waarover u het steeds hebt in een paar zinnen moet omschrijven, wat is dan uw kernboodschap?
„Een heel moderne vraagstelling: kort en snel. Aandacht vragen voor het zogenaamde reformatorische gedachtegoed kost mij in ieder geval al zeven jaar… Juist om de rijkdom, de veelzijdigheid en relevantie ervan voor deze tijd te benadrukken is deze periode van zeven jaar een geweldige mogelijkheid voor mij. Om mijn punt in 1517 te poneren had ik ook al 95 kernboodschappen nodig. Het spijt me, u zult het hiermee moeten doen.”
Het valt mij op dat u onvervaard toepassingen maakt voor een tijd die vijf eeuwen bij u vandaan ligt. Hoe lastig is het om uw eigen werk te vertalen naar de discussies van uw verre nazaten?
„We staan in de tijd, of we willen of niet. De nauwelijks op waarde te schatten Reformatie van kerk, wetenschap, economie en staatkunde heeft een grote omwenteling teweeggebracht. Met consequenties voor deze tijd, maar niet toegespitst op deze tijd. Daarom is na vijf eeuwen soms een vertaalslag nodig – sommigen spreken van contextualisatie. Maar je zult zien dat je met ”de geest van de Reformatie” ook vandaag de dag behoorlijk uit de voeten kunt.”
Was het moeilijk om een goede ghostwriter te vinden?
„Het viel niet mee. Mensen die in mijn werk geïnteresseerd zijn, blijven óf in hun stoffige, wetenschappelijke hoekje even stoffige wetenschap bedrijven die daarbuiten niet toepasbaar blijkt te zijn. Óf ik word op een schandalige, ongenuanceerde manier voor kleine, denominiationale karretjes gespannen. Men noemt zich ”reformatorisch”, maar weet nauwelijks of ik uit Heidelberg, Wittenberg, Eisleben of Genève kom. Probeer in dat geheel maar evenwicht te vinden!”
Gaat u ooit zijn identiteit onthullen?
„Gezien de Nederlandse hokjes- en stempelgeest zal zijn identiteit voorlopig niet worden prijsgegeven.”
Na uw tijd is de versplintering onder uw nazaten ver voortgeschreden en dus hoort uw ghostwriter waarschijnlijk bij zo’n splintergroepering. Is dat niet onhandig voor u, als u de volle breedte van de kerk wilt bereiken?
„Die constatering laat ik geheel voor uw rekening. Zowel mijn ghostwriter als ik is protestants. Het uur zij geprezen dat christelijk Nederland daar eens genoegen mee zou nemen en geen externe bevestiging van een kerkelijk gelijkgezinde autoriteit nodig heeft – al naar gelang de afkomst van de auteur!”
Bent u dan niet bang dat hij zijn eigen opvattingen terugprojecteert op u, de grote reformator?
„Wie weet maakt hij een keer een slippertje. Ik vergeef het hem op voorhand gaarne. Tot nog toe zie ik dat hij zorgvuldig bronnenonderzoek pleegt naar zowel mijn werk als deze tijd. Op het scherpst van de snede wordt de lezer geprikkeld. Dat kan de waarheid wat doen wringen. Maar als het doel bereikt wordt dat mensen meer interesse krijgen in de reformatorische boodschap, ben ik een tevreden man. Zolang de kernboodschap van vrije genade voor de goddeloze maar niet in het gedrang komt!”
Op Twitter zijn wel vijf Martin Luthers te vinden: MartinLuther_, martinluther, mluther2017, DoktorLuther, Real_MLuther. Waardoor onderscheidt u zich van uw dubbelgangers?
„Hoor ik hier de Nederlandse koopmansgeest? Onderscheiden van concurrentie? Ik dank u hartelijk voor de informatie; het is werkelijk nieuw voor me. Als zij eenzelfde streven hebben, is dat alleen maar iets om dankbaar voor te zijn! Onderscheiden is geen doel op zichzelf. Maar ik onderscheid me vanzelf door mijn identiteit en mijn drijfveren reformatorische boodschappen te laten klinken via de sociale media.”
Onderhoudt u ook connecties met uw onlangs op Twitter gearriveerde collega Johannes Calvijn?
„Ik ben met Johannes Calvijn gelinkt op LinkedIn. In mijn leven in de zestiende eeuw is ons contact maar minimaal geweest, zoals u zult weten. Wellicht kunnen we nu een en ander inhalen.”
Waarover gaan uw volgende blogs?
„Maak uw borst maar nat. De komende blogs zullen bijvoorbeeld gaan over de islam en de belevingscultuur. Maar wellicht wilt u zelf ergens mijn mening over horen? In dat geval kunt u uw vragen gerust bij mij neerleggen: martinluther2017@gmail.com.”
Twitterende oudvaders
Twintig, dertig jaar geleden werden er nog talrijke prekenboeken van kerkvaders, reformatoren, zeventiende- en achttiende-eeuwse predikanten uitgegeven. Toen kwam de tijd dat het gedachtegoed van de oudvaders iets hapklaarder geserveerd moest worden. Het ene na het andere standaardwerk werd in stukjes geknipt en teruggebracht tot 365 pagina’s. Inmiddels liggen de boekhandels vol dagboeken met licht verteerbare brokjes uit het werk van Smytegelt, Van der Groe, Ryle, Spurgeon, Bunyan en vele, vele anderen.
Maar het laatste jaar is er een nieuwe trend ingezet: oudvaders op Twitter. Bij honderden zijn ze aanwezig, van Wycliffe tot Calvijn, van Kuyper tot McCheyne. Met pater Titus Brandsma voor rooms-katholieken. De mooiste is misschien wel Os Puritanos: een plaatje van een zwierige filmheld, gecombineerd met woorden van puriteinen en opwekkingspredikers in het Spaans.
Allemaal sturen ze regelmatig citaten rond, citaten van niet meer dan 140 tekens. Bijvoorbeeld: „The best evidence of our having the truth is our walking in the truth” (Matthew Henry). Of: „Entre dois males, não escolha nenhum” (Spurgeon via Os Puritanos). Of: „Wie God wil horen spreken, die moet de heilige Schrift lezen” (Martin Luther).