Volgens Schippers is het in het belang van de patiënt dat de zorgverzekeraars „zuinig en zinnig” zorg inkopen. „Nu krijgen ziekenhuizen een zak met geld om dingen te doen. Niet om het heel goed te doen of om nieuwe technieken te gebruiken. Zorgverzekeraars moeten namens de patiënt goede zorg inkopen tegen scherpe prijzen. Ik hoop dat ze zeggen: waarom is ziekenhuis A duurder dan ziekenhuis B, hoe zit het met de hersteloperaties of hoe is het met de kwaliteit?”

Van Schippers mogen de zorgverzekeraars en ziekenhuizen in 2012 met elkaar in de slag over 70 procent van de behandelingen; nu gebeurt dat al bij 35 procent, bijvoorbeeld bij liesbreuken en heupoperaties. Voor de overige 30 procent houdt de overheid een vinger aan de pols, bijvoorbeeld bij de tarieven voor de zeer gespecialiseerde zorg of de spoedeisende hulp in dunbevolkte gebieden.

Om de zorgverzekeraars te prikkelen voor de andere aanpak, stopt de bewindsvrouw in de periode tot 2015 geleidelijk met compensatie achteraf. De verzekeraar die slecht inkoopt, draait daar voortaan zelf voor op, want het Rijk past niet meer zoals nu bij in als er overschrijdingen zijn. Schippers wil niet dat ziekenhuizen failliet gaan door het nieuwe systeem. 2012 en 2013 worden daarom overgangsjaren waarbij wordt bekeken of er geen al te grote financiële verschillen ontstaan. Bij grote omzetschommelingen volgt nog compensatie.

Zorgverzekeraars Nederland zegt achter de invoering van de zogenaamde prestatiebekostiging voor ziekenhuizen te staan, omdat het ziekenhuizen prikkelt nog betere kwaliteit te leveren. Maar de branche is wel bezorgd over het tempo van Schippers en waarschuwt voor fors hogere premies aangezien „het overgangsmodel kan leiden tot een onvoorspelbare kostenontwikkeling”.

De Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) is het eens met de strekking van de plannen. „Maar het moet wel blijken of het werkbaar en bestuurbaar is. Dat heeft de minister nog niet aangetoond. Over de details moet nog veel gesproken worden.”