Gaddafi blijft terrein winnen
TRIPOLI/NEW YORK (ANP/AFP/RTR) – De opmars van de Libische leider Muammar Gaddafi houdt aan. Zijn troepen komen steeds dichter bij ”rebellenhoofdstad’ Benghazi. Volgens de opstandelingen is er maandag zwaar gevochten bij de plaats Ajdabiyah, 150 kilometer naar het zuiden.
Ajdabiyah is de laatste grote stad voor Benghazi. Het ligt ten oosten van Brega, een stad die zondag in handen van de regering viel. De rebellen lieten maandag weten terug te zijn in Brega, maar die beweringen kunnen niet worden gecontroleerd.
Ook in het westen van Libië worden de opstandelingen steeds verder teruggedrongen. Hun enig overgebleven bolwerk in dat deel van het land, de stad Zuwarah, werd maandag zwaar gebombardeerd. „We verdedigen onszelf, maar dat kunnen we niet lang blijven doen. Er zijn niet genoeg wapens”, gaf een van de rebellen toe. Het is niet bekend of Kaddafi Zuwarah al heeft heroverd.
Kaddafi bestrijdt de opstandelingen niet alleen militair, maar ook psychologisch. Het regime belooft amnestie aan overgelopen Libische militairen, als ze berouw over hun daad tonen en hun wapen aan de strijdkrachten overdragen.
De rebellen in Libië hopen dat een vliegverbod de opmars van Kaddafi kan tegenhouden. De maatregel moet rebellen en burgers beschermen tegen de luchtmacht van Kaddafi. De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft maandag gepraat over een no-flyzone, maar een akkoord is er nog niet.
De belangrijkste tegenstanders zijn Rusland en China. Moskou vraagt zich onder meer af wie het vliegverbod moet handhaven. Toch sluit de Russische ambassadeur bij de VN, Vitali Tsjoerkin, een akkoord over een no-flyzone niet volledig uit.
Turkije, een belangrijk land in de islamitische wereld, ziet niets in het vliegverbod. Zo’n interventie maakt de problemen in Libië alleen maar groter, zei de Turkse premier Recep Tayyip Erdogan maandag. Ook Duitsland, een van de vijftien leden van de Veiligheidsraad, twijfelt over het vliegverbod. Volgens de Duitse minister van Buitenlandse Zaken Guido Westerwelle staat een no-flyzone gelijk aan een militaire interventie. Berlijn wil niet worden meegetrokken in een oorlog, aldus de minister.