Venlo legde het verbod op, omdat ze in geval van een ramp duizenden doden en gewonden vreest. De gemeente eist dat ProRail en Railion veel meer veiligheidsmaatregelen nemen op het ’gevaarlijkste emplacement van Nederland’.

De Raad van State wijst echter op een lopende haalbaarheidsstudie waarbij alle mogelijke feiten en alternatieven nog eens op een rijtje worden gezet. Dat onderzoek moet 1 juli 2003 klaar zijn. Daarna volgt nog overleg tussen Venlo en de railbedrijven over de resultaten van de studie.

Om die reden acht het rechtscollege het niet verstandig het rangeerverbod nu al onverkort in te laten gaan. Bovendien wil de raad ook nog zijn onafhankelijke milieuadviseur naar de veiligheids– en milieurisico’s laten kijken. Die gegevens zullen later dit jaar tijdens de behandeling van de bodemzaak nog uitgebreid aan bod komen.

Mochten de partijen er voor 1 oktober niet uitkomen, dan treedt het rangeerverbod in principe alsnog in werking.

Venlo wil het goederenrangeerterrein en de LPG–wagons het liefst zo snel mogelijk naar het industrieterrein Trade Poort Noord laten verplaatsen. ProRail en Railion zeggen geen geld te hebben voor een snelle verhuizing. De spoorwegbedrijven vinden bovendien dat de geplande veiligheidsmaatregelen het risico op grote ramp binnen aanvaardbare perken zal terugbrengen. Per jaar gaan er 20.000 LPG–wagons en 2000 wagons met giftige stoffen via het rangeerterrein van Venlo.