„Dan zullen zij tot Mij roepen, maar Ik zal niet antwoorden…”

Gods eigenschappen, zowel Zijn barmhartigheid als Zijn rechtvaardigheid, hebben in dit leven hun tijd. Wanneer de barmhartigheid haar rol gespeeld heeft, komt de rechtvaardigheid op het toneel en speelt ook haar rol. Daarom wil God Zijn eigenschappen geopenbaard hebben aan alle mensen, ja, voor het aangezicht van de hele wereld.

Geen markt of feest duurt altijd. Als de mensen er niet zijn binnen de tijd dat de markt duurt, ruimt de koopman zijn waren op en gaat weg. Indien ze echter komen binnen de tijd dat de markt duurt, kunnen ze voor hun geld bediend worden. Als ze te laat komen, zullen ze niemand aantreffen, want de koopman wil niet altijd in zijn kraam staan. Hij gaat weg en wil niet op hen wachten.

Beminden, God staat nu met Zijn kraam wijd open voor alle mensen. Wie nu niet wil komen om te kopen zonder geld terwijl God Zijn waren aanbiedt, God zal Zijn waren opsluiten en weggaan. De koopman wil dat zijn waren niet bederven, wat ook zou gebeuren wanneer hij in de openlucht blijft staan of wanneer hij altijd buiten blijft wachten. Zo is het ook met God.

William Fenner, predikant te Essex

(”Het groot gevaar van een uitstel van bekering”, 1736)