Gérard Araud, de Franse ambassadeur bij de Verenigde Naties, erkende na afloop van het overleg dat er in de Veiligheidsraad veel vragen en zorgen zijn over het instellen van een vliegverbod. „Maar het is mogelijk”, aldus Araud. „Er was geen totale weigering.”

Het kamp van tegenstanders van een no-flyzone wordt geleid door China en Rusland. De Russische ambassadeur bij de VN, Vitali Tsjoerkin, zei maandag dat fundamentele vragen over het mogelijke vliegverbod nog niet zijn beantwoord. Hij vroeg zich onder meer af wie de maatregel moet gaan uitvoeren. Tsjoerkin voegde eraan toe dat Moskou een no-flyzone niet uitsluit. „Rusland is niet bevooroordeeld”, aldus de Russische VN-gezant.

Eerder op de dag had de Turkse premier Recep Tayyip Erdogan gezegd dat zijn land niets ziet in een no-flyzone. Hij zei dat zo’n interventie de problemen in Libië alleen maar groter zullen maken.

De rebellen in Libië vragen de internationale gemeenschap al langer om de instelling van een vliegverbod. Onder meer Frankrijk en de Arabische Liga zijn voorstander van zo’n maatregel.

De Britse premier David Cameron zei maandag dat de internationale gemeenschap meer moet doen dan een no-flyzone instellen. Hij riep onder meer op tot strengere maatregelen tegen huurlingen die voor de Libische leider Muammar Kaddafi vechten.