Dat gebeurde tijdens een CGI-conferentie in Amsterdam. In het najaar zal de verklaring worden voorgelegd aan de leden van de Verenigde Pinkster- en Evangeliegemeenten (VPE).

De behoefte aan een positieverklaring over de relatie tussen de gemeente en het volk Israël was er al langer, laat Jan Barendse sr. namens het bestuur van het CGI weten. De verklaring die er nu ligt, wordt onderbouwd door Bijbelteksten, „maar pretendeert niet allesomvattend te zijn”, aldus Barendse. „De verklaring is ingegeven door een diepe bewogenheid met en liefde voor het Joodse volk en het land Israël, waarmee men zich ten diepste verbonden weet. Ook wil de verklaring een pastorale handreiking bieden aan de aangesloten gemeenten en aan iedere christen die zich verbonden weet met de Joodse wortels van het geloof.”

De verklaring telt zes punten. Zo geloven de opstellers „dat God Israël niet heeft verstoten, noch dat de gemeente Israël heeft vervangen.” Verder heeft God aan de aartsvaders „verbondsbeloften gegeven ten aanzien van het land Israël. Deze beloften zijn eeuwig.”

Het CGI ziet zichzelf als een bruggenbouwer tussen de Nederlandse kerken en de Messiaanse beweging in Israël. Het ondersteunt zo’n zestig Messiaanse gemeenten en „bedieningen.”