GB gematigd dankbaar over ruimte binnen PKN
De recente handreiking van het hervormd moderamen waarmee hervormde gemeenten kunnen verklaren zich gebonden te weten aan de gereformeerde belijdenis baant „een weg waarlangs vormen van hervormd kerkelijk leven kunnen worden voortgezet binnen de PKN.”
Dat betoogde ds. G. D. Kamphuis vandaag tijdens de jaarvergadering van de Gereformeerde Bond (GB). De GB-voorzitter ziet de verklaring die hervormde kerkenraden kunnen ondertekenen als een mogelijkheid om ook onderling de gelederen te sluiten. „Waarom zouden hervormde gemeenten die zich aan deze verklaring verbinden zich niet onderling verbinden om elkaar te dienen waar nodig is?”
Tegelijkertijd is hij niet „uitbundig en uitgelaten” over de verklaring. „De Gereformeerde Bond wil de héle kerk meenemen naar de oorsprong van Gods Woord en de belijdenisgeschriften.” Daarom toonde hij zich „in zekere zin” dankbaar voor de verklaring die de kerk de bezwaarden heeft aangereikt. „De kerk erkent daarmee dat wij in ons geweten bezwaard zijn en gebracht zijn op de weg die wij niet hebben begeerd. Wij blijven daarom zeggen tegen de kerk: Als u deze bezwaren wettig en eerlijk vindt, ga dan deze weg van fusie niet op.”
Algemeen secretaris drs. P. J. Vergunst en voorzitter ds. G. D. Kamphuis refereerden over respectievelijk ”Van verleden tot heden” en ”Van heden naar toekomst”. Vergunst sprak over „donkere wolken” die zich boven de kerk samenpakken, omdat „we nog steeds niet kunnen inzien dat Samen op Weg tot zegen voor de kerk van Christus in Nederland is.”
Waar het proces, aldus Vergunst, in 1961 werd begonnen met het élan van achttien predikanten, is van die bewogenheid en verwachting in onze dagen weinig meer te lezen. „We zijn vastgelopen in het stadium waarin we allemaal trachten nieuwe breuken en scheuren te voorkomen, vanwege het beheer of vanwege de belijdenis, vanwege de zelfstandigheid van de plaatselijke gemeente, of vanwege onbijbelse elementen in de nieuwe kerkorde. We zijn allemáál vastgelopen: dat geldt voor beleidsmakers in de kerk, dat geldt voor bezwaarden in de kerk.”
De algemeen secretaris wees op het grote gevaar dat alle discussies over de toekomstige vereniging en de voorliggende kerkorde, kerkleden afleiden van zoveel reële geestelijke problemen. „De momenteel allesbeheersende vraag wat u en ik doen als SoW onverhoopt doorgaat, maakt velen blind voor de werkelijke nood in kerk en gemeenten. Houden we elkaar vast in de vreze des Heeren? Waar we meegevoerd worden door de stroom van de tijdgeest, waar het leven met Hem teloorgaat, dienen al ónze eindeloze en oeverloze meningen zich aan. En daarom zal de invoering van een nieuwe kerkorde en een samengaan van drie kerken zonder geestelijke vernieuwing een schijnvertoning zijn. Maar ons verzet tegen die kerkorde en ons ijveren voor het gereformeerde karakter van de kerk -een zaak waartoe we geroepen zijn-, zal zonder geestelijke vernieuwing evenzeer een schijnvertoning zijn.”
Uitvoerig ging Vergunst in zijn lezing in op de bezwaren uit hervormd-gereformeerde kring tegen de Kerkorde van 1951. Met name de zwakke positie van het belijden was toen in het geding. De toenmalige GB-voorzitter ds. G. Boer liet reeds weten dat de kerkorde de zo al niet wettige dan toch wel feitelijke wettiging van vele ingestroomde dwalingen bracht. Ds. Boer wees echter niet de weg van het benoemen van de grondslag in de kerkorde, hoezeer daarvoor óók was gestreden. „Zoals in een ruïne overblijfselen zijn van een huis, zo zijn ook in de Hervormde Kerk tussen het vele puin de grondslagen van de reformatorische leer te vinden. Want het dilemma is niet: heengaan of blijven, maar de nek buigen voor God en voor de mensen”, aldus de toenmalige GB-voorzitter.
Ds. Kamphuis benadrukte het gezamenlijk kerkzijn. Gaat de huidige kerk in Nederland door een gelóófscrisis, waaruit ontrouw, verdeeldheid en verharding komen, dan gaat ook de hervormd-gereformeerde beweging door deze crisis. Kenmerk van de kerk is dat zij een belijdende en dus begrensde kerk is. „Wij zochten en zoeken als hervormden onze kracht niet in het vaststellen van de grenzen. Wij keken en kijken vanuit het centrum, vanuit ons Hoofd. Wij dachten en we denken uit Gods verbond. Maar, dat neemt niet weg dat juist vanuit Christus de grenzen nadrukkelijk te trekken zijn. Om niet in het moeras te verzinken van duisternis zal de kerk inzake haar belijden tot helderheid moeten komen.”
De hervormd-gereformeerden zullen het moeilijker krijgen in de toekomstige PKN, zo verwacht de GB-voorzitter. De roeping om de religie van de belijdenis -het erfgoed van de Reformatie- te handhaven, blijft, ook als SoW tot zijn afronding zal komen, aldus ds. Kamphuis. „Onze roeping blijft, tenzij de Heere ons ervan ontslaat. Omdat we de kerk niet durven en niet kunnen opgeven, blijven we op de deur van de kerk kloppen, om het recht van de hervormde gezindheid. Laten wij in het licht van dit getuigenis God en elkaar beloven de kerk niet te breken.”