ChristenUnie met beide benen op de grond gezet
De ChristenUnie is en blijft een partij van biddende, denkende en werkende christenen, die het liefst samenwerkt met partijen die vanuit dezelfde christelijke basis in deze maatschappij staan, betoogt Menno van Hulst.
De uitslagenavond na de Statenverkiezingen op 2 maart was geen feest voor de ChristenUnie. Met uitzondering van Friesland zijn er in alle provincies minder Statenleden verkozen voor de partij, met directe gevolgen voor de omvang van de vertegenwoordiging in de Eerste Kamer. De teleurstelling was van de gezichten te lezen. En inmiddels komen de analyses van partijleden, ex-kiezers en de media los. Wat is er aan de hand met de ChristenUnie?
Analyseren kan het beste beginnen bij de cijfers. Vergeleken met de verkiezingen voor de Provinciale Staten van 2007 is de ChristenUnie enorm achteruitgegaan. In 2007 waren de verkiezingen uitzonderlijk goed, met als resultaat uiteindelijk acht gedeputeerden in zeven provincies. De uitslag van 2 maart 2011 lijkt het meest op de uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen van vorig jaar. In absolute aantallen stemmen is er achteruitgang, in het percentage stemmen een lichte vooruitgang. Het niveau van stemmen ligt in orde van grootte van 2003 en is vergelijkbaar met de optelsom van GPV en RPF in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw. Zo bezien is het een historisch normale uitslag.
Het is wel zo dat de prachtige Tweede Kameruitslag van 2006 met zes zetels en de nog succesvollere provinciale verkiezingen van maart 2007 samen met de regeringsdeelname enige euforie hebben veroorzaakt. Vele christenen hebben gebeden dat de secularisatie een halt zou worden toegroepen. In zekere zin werd dit gevoel bevestigd door venijnige stukken van libertijnse grachtengordelschrijvers, die een terugkeer naar de middeleeuwen vreesden. Positieve peilingen hielden deze euforie lang in stand. Nu is de ChristenUnie door twee verkiezingsuitslagen weer met beide benen op de grond gezet.
Een historisch normale uitslag, betekent dit dat er niets aan de hand is? Zeker niet. Het evaluatierapport van de commissie-Schipper over de Kamerverkiezingen wijst erop dat christenen op allerlei niet-christelijke partijen stemmen. Ook uit mails en brieven blijkt dat de ChristenUnie om allerlei redenen kiezers verliest. De partij spreekt te bestuurlijk. Dat coalitievorming het sluiten van compromissen met zich meebrengt, is niet door iedereen begrepen en gewaardeerd.
We hebben een te links imago. Het ondertekenen van een op zich prima manifest over armoede, dat vooral door linkse partijen werd gesteund, heeft daaraan bijgedragen. Veel kiezers dachten dat de ChristenUnie niets liever zou willen dan dit kabinet zo spoedig mogelijk naar huis sturen. We hebben blijkbaar onvoldoende duidelijk kunnen maken dat de ChristenUnie net als in elke andere regeringsperiode ook dit kabinet constructief kritisch tegemoet zal treden.
Kortom, er is veel werk aan de winkel voor de partij. We zullen goed moeten luisteren naar wat er leeft in de samenleving, in de regio’s. Het landelijk bestuur zal op het komende partijcongres op 14 mei duidelijk maken op welke manier het bezig is hieraan krachtig leiding te geven.
De ChristenUnie is en blijft een partij van biddende, denkende en werkende christenen. Een partij die haar inspiratie en uitgangspunten uit de Bijbel haalt. We komen op voor weduwen en wezen, voor de zwakken in deze samenleving. We willen een goede rentmeester zijn voor de aan ons toevertrouwde schepping van God. We stimuleren een krachtige samenleving, waar ondernemerschap en andere door Hem gegeven talenten tot bloei kunnen komen. We staan pal voor christelijke onderwijs- en zorginstellingen, voor jongerenwerk van Youth for Christ, voor uitstapprogramma’s voor prostituees. We strijden voor godsdienstvrijheid in Nederland, net zo goed als voor ter dood veroordeelde christenen in Afghanistan en Iran. Christelijke politiek is niet een vrijblijvende keuze, maar heel hard nodig. En dan werken we het liefst samen met de partijen die vanuit dezelfde christelijke basis in deze maatschappij staan.
Iedereen heeft natuurlijk het volste recht om te stemmen op de partij van zijn of haar keuze. Maar ik zou de christelijke kiezers die dit keer op een seculiere partij hebben gestemd, willen oproepen om met ons mee te denken. Op welke manier kunnen we ons christen-zijn in deze maatschappij anno 2011 het beste inzetten? Door krachten te bundelen en gezamenlijk aan het werk te gaan in Gods wereld. We pretenderen niet de wijsheid in pacht te hebben, maar we hebben wel de intentie om goed te doen, recht te zoeken en nederig te wandelen met onze God.
De auteur is directeur van het partijbureau van de ChristenUnie.