Het leger van Zuid-Sudan stelde zaterdag dat er gevechten waren geleverd met rebellen in Malakal, de hoofdstad van de olierijke provincie Wilayah. Zeker dertig opstandelingen zouden zijn gedood. Het regime in Khartoem sprak de beschuldiging van de regering in Zuid-Sudan met klem tegen.

De bevolking van het zuiden van Sudan stemde begin januari in een referendum voor afscheiding van het moederland. Circa 99 procent stemde voor afscheiding. Het referendum was het resultaat van afspraken die waren gemaakt in het vredesakkoord van 2005. Toen kwam er een eind aan een oorlog die zich tientallen jaren had voortgesleept.

De aanval op Malakal toont een escalatie in de gevechten tussen het leger van Zuid-Sudan en milities die het gezag van de regering in de zuidelijke hoofdstad Juba betwisten. Het leger zegt dat de militieleider George Athor achter het geweld zit. De voormalige legerofficier Athor kwam in opstand toen hij naar eigen zeggen op een zijspoor werd gezet bij verkiezingen voor het gouverneurschap van een nabijgelegen regio.

Malakal was sinds het vredesakkoord van 2005 vaker het toneel van geweldsuitbraken. Zo vielen er eind 2006 honderden doden tijdens onlusten in de stad. Vorige maand stierven tientallen militairen tijdens een geval van muiterij.

De autoriteiten in het zuiden van Sudan hebben het regime van Bashir in het verleden al vaker beschuldigd van het aanstichten van geweld. Daarmee zou het een nieuwe oorlog met het zuiden willen provoceren, of een excuus proberen te vinden om de aanstaande onafhankelijkheid van het gebied op de lange baan te schuiven.