Casanova: We kunnen niet meer gedachteloos seculier zijn
NIJMEGEN – De stelling ”hoe moderner, hoe areligieuzer en meer seculier”, kan volgens de Amerikaanse godsdienstsocioloog José Casanova in de ijskast. „We moeten als sociale wetenschappers erkennen dat we er totaal naast zaten.”
Casanova sprak donderdagavond op de Radboud Universiteit in Nijmegen over ”God in een kil klimaat”. Met het kille klimaat bedoelde hij de gure wind van secularisatie die door Europa heenging.
Casanova is een van de meest vooraanstaande godsdienstsociologen ter wereld. Geboren in Spanje en theologie gestudeerd hebbend in Oostenrijk, verdiende hij zijn sporen als godsdienstwetenschapper in Amerika. Momenteel is hij hoogleraar sociologie aan Georgetown University en directeur van het Berkeley Center’s Program on Globalization, Religion and the Secular.
Casanova publiceerde een reeks boeken en artikelen over religie in de moderne samenleving, religie en globalisering, migratie en religieus pluralisme. Zijn bekendste werk is ”Public Religions in the Modern World (1994)”, dat de status van een klassiek werk heeft verworven.
Terwijl in Europa een koud klimaat heerst, is op andere plaatsen juist het tegenovergestelde het geval en wordt er zelfs gesproken van ”Gods eeuw”. „Nu spreekt men van de Europese uitzondering te midden van de algehele opleving van religie.”
Casanova putte zich donderdagavond uit in een nogal abstract betoog over moderniteit, secularisatie en opleving van de religie. Europa ziet hij als het slachtoffer van een obsessie met zijn religieus verleden. „In dit werelddeel ziet men religie als iets van het verleden, van de traditie. Wil je modern zijn, dan moet je je bevrijden van religie. Europa is gestempeld door een godsdienst die opgelegd is door de staat. Moderniteit betekent dat je je losmaakt van bindingen die je belemmeren in je vrijheid.”
Hoe anders is de situatie in Amerika. Casanova: „In Amerika zijn er vooral vrijwilligerskerken, die zich zonder inmenging van de staat georganiseerd hebben. Daarom is er een dynamische, pluralistische relatie tussen kerk en staat, waar mensen gemakkelijk van kerk en godsdienst veranderen. Dit is ondenkbaar in Europa. In Amerika claimt men zich religieus, ondanks zijn moderniteit. In Europa is dat omgekeerd: wie modern is, moet verlicht, seculier zijn.”
Zelf in het koude klimaat van Europa neemt religie echter weer een –omstreden– positie in het publieke domein in. „De Duitse filosoof Habermas spreekt van een postseculier tijdperk: religie keert terug al is er geen sprake van een religieuze opwekking. Maar de neergang is gestopt. Secularisatie heeft een ”point of no return” bereikt. Al blijft de meerderheid religieus analfabeet, religie is weer een publiek thema. We kunnen niet meer gedachteloos seculier zijn.”
De Europese integratie, de expansie van de Europese Unie naar het Oosten, de toetreding van Turkije tot Europa: al deze factoren laten volgens Casanova zien dat het oude Europa niet meer terugkomt. „De traditionele keuze tussen Europees en seculier gaat niet meer op. Immigratie en pluralisme hebben Europa grondig veranderd.”
Wat zijn de implicaties voor publieke sfeer? „Onze conceptie van seculier moet bijgesteld worden. Seculier betekent niet alleen: los van religie, maar ook: een neutrale plek waar religies elkaar moeten ontmoeten. Dat is de betekenis van Augustinus’ begrip ”saeculum”, wereld: een tijdelijke plaats waar de heidenen en christenen met elkaar moeten leven in de stad van de mens.”
De godsdienstsocioloog bepleitte een invulling van het publiek domein waar plaats is voor een verscheidenheid aan religies die elkaar mogen beconcurreren zonder dat zij daarmee hun inhoud hoeven in te leveren. „Er zijn twee mogelijkheden: ofwel een seculiere staat die vrij is van religie en deze aan banden legt, ofwel een pluralisme zoals we dat aantreffen in Turkije, India en Indonesië: seculiere staten waarin de ene religie niet bevoordeeld wordt boven de andere.”
Volgens Casanova gebeuren er in de moderne samenleving dingen waarvoor de oude categorieën van de sociale wetenschappen niet geschikt zijn om die te begrijpen. „Religie is een complex fenomeen geworden dat geheel nieuwe modellen nodig heeft om te begrijpen. De oude methoden zijn geheel achterhaald.”