„Steun pedofiel in levenslange strijd”
De eenzaamheid van pedofielen raakt hem. Evenals de levenslange strijd die ze doorgaans hebben te voeren tegen hun verlangen naar intiem contact met minderjarigen. Seksuoloog Kees den Hamer: „In de kerk wordt zelden of nooit voor hen gebeden. Ik pleit ervoor dat wél te doen.”
Den Hamer werkt ruim tien jaar bij Eleos in Zwolle, als psychotherapeut en sinds 2006 ook als seksuoloog. Hij kreeg meer dan eens een pedofiel in behandeling. Soms werd de cliënt aangemeld via een justitieel traject, nadat er strafbare feiten aan het licht waren gekomen. Een enkele keer klopte iemand vrijwillig bij de gereformeerde ggz-instelling aan.
De drempel om zelf hulp te zoeken is hoog, merkt Den Hamer. „Dat heeft te maken met het taboe dat er op ontucht met minderjarigen rust. Pedofielen komen vaak pas in beeld op het moment dat ze vanwege strafbare feiten zijn opgepakt. Maar er zijn ook veel mannen die in stilte met deze problematiek worstelen zonder dat ze tot verkeerde daden overgaan.”
De eenzaamheid van de laatste groep raakt Den Hamer. „Deze mensen moeten zich niet alleen onthouden van een affectieve relatie waaraan ze sterk behoefte hebben, maar durven vaak ook niemand in vertrouwen te nemen over hun gevoelens. Daarmee verbergen ze een deel van hun identiteit. Dat maakt hen bijzonder eenzaam.”
Aan het begin van een hulpverleningstraject maakt Den Hamer een duidelijke afspraak met de cliënt. „Hij moet zich onthouden van het zoeken van seksueel getint contact met minderjarigen. Als hij toch toegeeft aan zijn gevoelens en daarin actie onderneemt, is er sprake van een strafbaar feit. Dan verwijs ik hem door naar de forensische psychiatrie, gekoppeld aan een straftraject. Ik wil niet medeverantwoordelijk worden gemaakt voor een geheim over misbruik van kinderen.”
Den Hamer noemt het cruciaal dat een pedofiel seksueel contact met minderjarigen zelf afkeurenswaardig vindt. „Dat is niet altijd het geval. Sommigen vinden hun gedrag geoorloofd. Zij zeggen bijvoorbeeld: Ik ben toch goed voor het kind? Dat is ten diepste een egocentrische redenering die ook onjuist is. Seksueel contact met een volwassene beschadigt een minderjarige altijd. Als een cliënt dat niet beseft, is de behandeling er allereerst op gericht dat hij zijn gedrag als een probléém gaat zien.”
Voor het vervolg van de therapie hanteert de seksuoloog geen standaardconcept. „Ik stem de gesprekken af op de situatie van de cliënt. Als hij zelf in het verleden is misbruikt, waardoor zijn seksuele ontwikkeling is verstoord, ga ik met de verwerking van dat trauma aan de slag. Wanneer er sprake is van dominant gedrag komt dat aspect in het bijzonder in beeld.”
Een behandeling duurt doorgaans één tot twee jaar. In geen enkel geval maakte Den Hamer het mee dat de cliënt zijn pedofiele gerichtheid kwijtraakte. De therapie is er dan ook op gericht gevoelens voor kinderen op een goede manier te hanteren, zonder dat de volwassene zich schuldig maakt aan grensoverschrijdend gedrag. „Het is een levenslange worsteling.”
Op de vraag of een pedofiel ontmoetingen met minderjarigen het beste zo veel mogelijk uit de weg kan gaan, valt volgens Den Hamer geen eenduidig antwoord te geven. „Ik las onlangs over een pedofiel die zei al twintig jaar gewoon met kinderen om te gaan en daarbij voor zichzelf een duidelijke grens te kunnen trekken. Iedereen moet kritisch naar zichzelf kijken. Zodra je geprikkeld raakt, is het beter het contact met kinderen te vermijden.”
Meer dan eens komen er berichten in het nieuws over pedofielen die na een detentie zijn teruggevallen in hun oude gedrag. Den Hamer wil daaruit geen algemene conclusies trekken over de weerbarstigheid van de problematiek. „Belangrijk is dat een pedofiel zelf verantwoordelijkheid neemt voor wat hij doet en niet wil toegeven aan zijn gevoelens. Bij mensen die na een straf wegens ontucht in een verplicht hulpverleningstraject zitten, ontbreekt die overtuiging soms. Dat maakt hen kwetsbaar voor terugval.”
Een belangrijk onderdeel van Den Hamers aanpak is het inschakelen van een of meer vertrouwenspersonen uit het netwerk van de cliënt. „Het is belangrijk dat een pedofiel bij iemand terechtkan om zijn hart te luchten op momenten dat hij het moeilijk heeft, ook nadat de therapie is afgesloten. Hij moet dan eerst wel een drempel over om openheid over zijn probleem te geven naar mensen buiten de hulpverlening, maar mijn ervaring is dat hij die stap uiteindelijk toch zet. Ook vind ik het van belang dat er in de kerk voorbede voor pedofielen wordt gedaan, zodat ze steun ervaren in hun strijd.”
In de loop van een therapietraject spreekt Den Hamer de cliënt enkele keren samen met de vertrouwenspersoon uit diens omgeving. „Het is belangrijk dat deze persoon –dat kan bijvoorbeeld een ambtsdrager of een goede bekende zijn– de ander vanuit een niet-veroordelende houding een luisterend oor biedt. Door te luisteren naar zijn verhaal, helpt hij hem in zijn strijd tegen het toegeven aan verkeerd gedrag. Ook kan hij hem aanmoedigen in het mijden van plaatsen die spanning bij hem oproepen.”
Therapeut en vertrouwenspersoon dienen er volgens Den Hamer alert op te zijn zich niet boven pedofielen te verheffen, al wijzen ze elke vorm van ontucht nadrukkelijk af. „In het contact met een pedofiel moet ik me steeds weer realiseren dat ik net zo goed als hij van genadebrood moet leven. Ik heb ook met verleidingen te kampen, alleen van een andere soort. Voor een pedofiel geldt net als voor ieder ander dat hij altijd bij zijn Schepper terechtkan en zijn gebrokenheid aan de voet van het kruis mag brengen.”
Dit is het tweede deel van een drieluik over pedofilie. Morgen het slot. Reageren op dit artikel? mensen@refdag.nl.
Feiten over pedofilie
Wat is pedofilie en hoe vaak komt het voor? Seksuoloog Kees den Hamer zet enkele feiten op een rij.
Een pedofiel fantaseert langer dan zes maanden over seksueel contact met kinderen, stelt het handboek DSM-IV, dat hulpverleners in de geestelijke gezondheidszorg hanteren. De stoornis heeft diverse achtergronden. Ze kan een gevolg zijn van een verstoring van de seksuele ontwikkeling, al dan niet doordat iemand zelf als kind is misbruikt. Het komt ook voor dat mensen zich op een affectieve verhouding met kinderen richten als ze er niet in slagen zo’n relatie met een volwassene op te bouwen. In sommige gevallen ontstaat pedofilie (mede) uit sterk dominant gedrag van de persoon in kwestie.
Onderzoek van de Rutgers Nisso Groep wees enkele jaren geleden uit dat pedofilie vrijwel uitsluitend onder mannen voorkomt. Van de ruim 2000 ondervraagde vrouwen zei er slechts één te verlangen naar seksueel contact met minderjarigen, maar dit niet in praktijk te brengen. Onderzoek onder mannen wees uit dat 2,8 procent dat verlangen kent en dat 0,7 procent het in praktijk brengt.
Een pedofiel voelt zich doorgaans aangetrokken tot jongens óf meisjes. De indruk bestaat dat mannen met deze stoornis iets vaker dan gemiddeld homofiel zijn, maar dat valt niet met onderzoek te staven. Hun seksuele gevoelens kunnen zich richten op jonge kinderen, maar ook op tieners tot 16 jaar. Over het algemeen zwakken de gevoelens af naarmate de geslachtskenmerken van een minderjarige meer naar volwassenheid neigen.
Er bestaat doorgaans geen verband tussen pedofilie en incest. Plegers van incest voelen zich in de regel niet primair seksueel aangetrokken tot jonge kinderen. Zij maken zich veel meer schuldig aan machtmisbruik vanuit een autoritaire positie. Het kind wordt als bezit beschouwd en ingezet voor het bevredigen van de eigen behoeften.