Minister Rosenthal: Geen patroon in christenvervolging
DEN HAAG – Minister Rosenthal van Buitenlandse Zaken ziet geen verband tussen de toenemende christenvervolging in Iran en in andere, overwegend islamitische landen als Irak, Afghanistan en Egypte.
Dat heeft de bewindsman dinsdag geantwoord op Kamervragen van CU, SGP, PVV en CDA over christenvervolging in Iran.
Rosenthal schrijft dat hij de Arabische Liga –een organisatie van 22 Arabische en islamitisch-Afrikaanse landen– naar aanleiding van incidenten in Irak en Egypte wel heeft gevraagd de situatie van christenen tijdens een van zijn vergaderingen aan de orde te stellen.
Zolang kerken in Iran geen bekeringsactiviteiten ontplooien en niet actief met hun geloofsovertuiging naar buiten treden, stelt Rosenthal verder in zijn antwoorden, „lijkt er geen sprake te zijn van actieve vervolging door de Iraanse autoriteiten.”
Hij beschikt niet over informatie over enkele tientallen bezoekers van huiskerken die eind vorig jaar in Iran zijn opgepakt.
Ook over het lot van vier andere gearresteerde christenen weet hij niets. Het gaat om Vahik Abramian, zijn vrouw Sonia Keshish-Avanesian, Arash Kermanjani en zijn vrouw Arezo Teymouri. Abramian beschikt over een Nederlands paspoort. Rosenthal probeert wel steeds meer informatie te krijgen en aandacht te vragen voor hun positie.
CU-Kamerlid Voordewind zei in een reactie op de antwoorden dat hij vreest voor hun leven.
Op een andere reeks Kamervragen over christenvervolging in Indonesië heeft Rosenthal dinsdag geantwoord dat christenen daar niet vogelvrij zijn of aan willekeur overgeleverd. „Er is geen sprake van systematische terreur.” Wel zijn er steeds meer incidenten tegen christenen.