„In een jaar van verhevigde strijd, met verhoogde activiteit van regeringsgezinde troepen en een toegenomen gebruik van bermbommen en moorden door opstandelingen, hebben Afghaanse burgers in nog grotere aantallen de prijs betaald”, aldus de opstellers van het Unama-rapport.

Driekwart van de sterfgevallen wordt toegeschreven aan radicaalislamitische rebellenbewegingen als de Taliban. Dat komt voornamelijk door zelfmoordaanslagen en bermbommen. Het aantal burgers dat omkomt door gerichte moordaanslagen, is vorig jaar meer dan verdubbeld. Dit is vooral een gevaar in de zuidelijke provincies Helmand en Kandahar, de bakermat van de Taliban.

Het aantal slachtoffers van de Afghaanse autoriteiten en buitenlandse militairen daalde juist, aldus Unama. De VN-missie wijt 440 burgerdoden, een kwart minder dan in 2009, aan „regeringsgezinde troepen”. De meeste van deze doden zijn het gevolg van luchtaanvallen, hoewel ook dat aantal fors is teruggelopen. Desondanks zijn de spanningen tussen de Afghaanse president Hamid Karzai en het Westen, mede door het aantal omgekomen burgers, de laatste tijd opgelopen.

Volgens het Unama-rapport zijn in de afgelopen vier jaar in totaal 8832 burgers om het leven gekomen door geweld.

Ook het aantal gesneuvelde militairen in Afghanistan breekt record na record. Vorig jaar kwamen 711 buitenlandse militairen om, aldus de onafhankelijke website icasualties.org, die de gegevens bijhoudt. Sinds het begin van dit jaar vonden ongeveer 75 ISAF-militairen de dood in het Centraal-Aziatische land.