In maart is het drie jaar geleden dat in Tibet hevige rellen uitbraken. Sindsdien is deze periode altijd gespannen en houdt Peking duidelijk de vinger aan de pols. De restricties hebben dit keer volgens staatspersbureau Xinhua te maken met „het koude weer, een tekort aan accommodatie en veiligheidsredenen”.

Tibet is zeer populair bij toeristen. Jaarlijks trekken ongeveer 7,5 miljoen bezoekers naar de regio. Dit jaar wordt meer drukte verwacht omdat het zestig jaar geleden is dat China Tibet annexeerde. Daarom zijn festiviteiten georganiseerd.

Het massale toerisme trekt echter een wissel op de regio, die krampachtig probeert de authenticiteit te bewaren. Ook de komst van veel Han-Chinezen naar het gebied is problematisch voor de Tibetanen, die langzaam maar zeker in de minderheid raken. De dalai lama, de geestelijk leider van de Tibetanen, sprak in het kader van die trends al eens van „culturele genocide”.

Mede door die spanningen gingen op 14 maart 2008 honderden Tibetanen onder leiding van boeddhistische monniken de straat op om te protesteren tegen het Chinese bestuur. Het protest mondde uit in geweld waarbij demonstranten winkels in brand staken en zich afreageerden op Han-Chinezen. Zeker negentien mensen kwamen om het leven. Volgens Tibetanen in ballingschap vielen meer dan tweehonderd doden bij de onderdrukking van de protesten.