Veel obstakels rond no-flyzone Libië
WASHINGTON/BRUSSEL (ANP/AFP) – Een no-flyzone inrichten boven Libië staat momenteel hoog op de diplomatieke agenda. De invoering is echter zo makkelijk nog niet, omdat er talrijke logistieke obstakels zijn. Daarnaast is het de vraag of een no-flyzone aanvallen van de Libische overheid op haar burgers kan stoppen.
De troepen van de Libische leider Muammar Kaddafi „kunnen de rebellen blijven onderdrukken als er een no-flyzone is ingesteld”, aldus Anthony Cordesman van de Amerikaanse denktank Center for Strategic and International Studies. Daarnaast bestaat de Libische luchtmacht uit driehonderd vliegtuigen, voornamelijk van Russische makelij, waarvan de helft niet werkt. Het is onduidelijk hoe sterk het restant van de luchtmacht is en dus ook hoe nuttig het is om die aan de grond te houden.
Ook Ivo Daalder, de Amerikaanse gezant bij de NAVO, betwijfelt het nut van een no-flyzone. „No-flyzones zijn effectief tegen gevechtsvliegtuigen, maar er is een gelimiteerd effect op helikopters en het soort grondoperaties dat we hebben gezien in Libië”, zo stelt hij. „Dat is de reden waarom een no-flyzone, zelfs als deze wordt ingesteld, niet echt effect zal hebben op wat er momenteel gebeurt. Maar dat betekent niet dat we de optie niet moeten onderzoeken”, aldus Daalder.
Vooralsnog is nog geen internationale consensus bereikt over het sluiten van het Libische luchtruim. Een aantal landen stelt dat Libië de eigen problemen moet oplossen en is dan ook tegen een militaire buitenlandse interventie. Want dat is het instellen van een no-flyzone, meent de Amerikaanse minister van Defensie Robert Gates. Een no-flyzone „begint met een aanval op Libië om de luchtmacht te vernietigen”, aldus de bewindsman.
De NAVO wacht met handelen op een mandaat van de Verenigde Naties. Volgens een diplomaat bij de VN staat de no-flyzone de komende week op de agenda, maar is er nog lang geen sprake van consensus. Groot-Brittannië en Frankrijk zijn voor, Duitsland en Rusland vooralsnog tegen.
Naast de diplomatieke bezwaren, zijn er ook nog praktische. Volgens analisten zijn een flink aantal gevechtsvliegtuigen, radarvliegtuigen en tankvliegtuigen nodig om het Libische luchtruim goed te kunnen controleren. Helikopters en reddingsteams zijn ook broodnodig voor het geval het komt tot confrontaties in de lucht.
Volgens Barry Watts van het Amerikaanse Center for Strategic and Budgetary Assessments gaat het om minstens vijftig tot zeventig vliegtuigen, die dagelijks de lucht in moeten. „Maar het grootste probleem is nog om een basis te vinden, die dichtbij genoeg is”, zegt Watts. „Je zou kunnen denken aan Italië, maar de Italianen moeten dan wel instemmen.”
Ook zou de internationale troepenmacht kunnen functioneren vanaf vliegdekschepen. Momenteel liggen die niet voor de kust van Libië, maar ze zouden er wel snel kunnen zijn. Een Amerikaans schip bevindt zich nu in de Rode Zee en een Frans vliegdekschip ligt in de haven van Toulon.