Contract voor bouw A400M–vliegtuigen ondertekend
Het contract voor de bouw van het militaire transportvliegtuig A400M is dinsdag in Duitsland ondertekend. Daarmee is een van de meest ambiteuze militaire projecten in Europa officieel begonnen.
Zeven landen doen mee. In totaal zal vliegtuigfabrikant Airbus Military 180 A400M–toestellen fabriceren. De vliegtuigen komen in de plaats van oudere modellen, zoals de Hercules C–130 en de Frans–Duitse Transall C–160.
Duitsland is de grootste afnemer met zestig vliegtuigen, Frankrijk koopt er vijftig, Spanje 27, Groot–Brittannië 25, Turkije tien, België zeven en Luxemburg één. Met het project is een totaalbedrag gemoeid van ongeveer 20 miljard euro. De eerste A400M moet in 2008 klaar zijn.
Aanvankelijk zouden er bij elkaar 196 vliegtuigen worden gebouwd, maar eind vorig jaar besloten de Duitsers minder toestellen af te nemen dan de 73 die ze eerst wilden. De oorspronkelijke bestelling vonden de Duitsers bij nader inzien te duur. Portugal, dat drie A400M’s zou afnemen, trok zich helemaal terug uit het project. De prijs van de toestellen ging door de afbestellingen omhoog. Uiteindelijk werden de partijen het toch eens over de prijs.
De A400M kan met een volle tank 4400 kilometer vliegen. Het toestel heeft vier propellermotoren en is in staat om een snelheid te halen van 780 kilometer per uur. Het heeft een laadvermogen van 37 ton.
Het duurde zeven jaar voordat het project van de grond kwam. De landen die eraan meedoen, hebben zich verenigd in de organisatie Occar. Vertegenwoordigers van Occar en Airbus, een dochteronderneming van het Europese lucht– en ruimtevaartconcern EADS, zetten dinsdag hun handtekening op een basis bij Bonn.
Andere landen hebben inmiddels ook belangstelling getoond voor de A400M. Airbus zegt in overleg te zijn met Canada, Noorwegen, Zweden en Zuid–Afrika. Bovenop de 180 toestellen die nu al zijn verkocht, mikt het concern op nog eens tweehonderd toestellen.