Kantelend tijdsbeeld
Na de val van de Muur, goed twintig jaar geleden, bestond er in de westerse wereld een euforische stemming. De Koude Oorlog was voorbij, de wereld zou vanaf nu vrede en veiligheid kennen.
Die droom eindigde op 11 september 2001 in een nachtmerrie met de aanslag door moslimterroristen op de Twin Towers in New York. De angst die zich tot 1989 concenteerde op de grens tussen Oost en West, waart sindsdien door de hele zogenaamd vrije wereld. Overal kunnen terroristen plotseling toeslaan.
Desondanks blijkt inmiddels dat mensen met die angst ook weer verder kunnen leven. Zo op het oog draait de wereld gewoon door. Reizigers nemen in het algemeen de extra controles op bijvoorbeeld luchthavens voor lief. Praktisch gezien houden ze nauwelijks rekening met de mogelijkheid van een aanslag. Men spreekt van een „beperkt risico.”
In al die jaren was er wel zorg rond het Midden-Oosten, waarbij de ontwikkelingen rond Israël, de oorlog in Irak en het opreden van al-Qaida in Afghanistan de voornaamste zorgpunten waren. Een koor aan diplomaten reisde geregeld naar Jeruzalem om de toestand daar beheersbaar te houden. Amerikaanse militairen spanden zich in om in Irak de democratie te vestigen. Een internationale troepenmacht probeert in Afghanistan de al-Qaidastrijders terug te dringen.
Ondertussen blijkt in veel andere staten van het Midden-Oosten en Noord-Afrika zich een stille revolutie te hebben voltrokken. Bij brede lagen onder de bevolking groeide het verzet tegen de zittende machthebbers. Inmiddels zijn zij er in enkele landen in geslaagd de heersers te verjagen. In andere staten wankelt de regering.
Prangende vraag is of de omwenteling die zich nu in deze landen voltrekt ook werkelijk een verbetering voor de situatie van de volken zal brengen. Dat is met nog minder zekerheid te zeggen dan in 1989 bij de Wende in Oost-Europa. Niet uitgesloten is dat de nieuwe machthebbers een strikt islamitisch bewind zullen vestigen. Niet vergeten moet immers worden dat het met name de strenge moslims zijn die zich in de achterliggende jaren, soms ondergronds, goed wisten te organiseren. Het is denkbaar dat juist zij zullen profiteren van het machtsvacuüm dat na elke politieke omwenteling ontstaat.
Duidelijk is in ieder geval dat de revoluties in het Midden-Oosten en Noord-Afrika zullen leiden tot nieuwe internationale verhoudingen. Dat zal niet alleen wennen zijn, maar vraagt een grondige doordenking van een passende diplomatieke strategie.
Het ontstaan van een nieuwe politieke werkelijkheid kan gemakkelijk zorg oproepen. Wat gaat een nieuw gevormd islamitisch machtsblok, dat nota bene de zuidgrens van Europa nadert, doen? Wat betekent het als met name Amerika minder invloed heeft op deze landen?
Voor de olieproductie zal dat zeker gevolgen hebben. Belangrijker is nog de vraag: Wat betekent dit voor de christelijke kerk? Het geschiedbeeld kantelt. Maar er is één zekerheid: voor de kerk gaat het nooit slecht. Christus regeert. Ook nu. Hij schrijft de geschiedenis en dat is een hele geruststelling.