Opinie

Nuancering van Israëlvisie moet niet doorslaan

Volgens drs. W. de Kloe is er een onbalans in de visie op Israël van de gereformeerde gezindte. Hij lijkt die echter te willen opheffen door de balans naar de andere kant te laten doorslaan, vindt drs. Femke Vergeer.

7 March 2011 10:57Gewijzigd op 14 November 2020 13:58
Foto EPA
Foto EPA

In de visie van de gereformeerde gezindte op Israël is sprake van een bepaalde onbalans of eenzijdigheid, aldus drs. W. de Kloe in de rubriek Welbeschouwd (RD 26-2). Hij schrijft dat hij hierin een nuance wil aanbrengen. Volgens hem is er mogelijk sprake van „een oudtestamentische toepassing op nieuwtestamentische omstandigheden.” Hiermee lijkt hij te suggereren dat Oude en Nieuwe Testament in sommige opzichten mogelijk een ander uitgangspunt zouden kunnen hebben of zelfs misschien tegenover elkaar zouden kunnen staan.

Het is naar mijn mening een vreemde en zelfs on-Bijbelse manoeuvre om dit te veronderstellen. Nergens in het Nieuwe Testament is immers terug te vinden dat bepaalde oudtestamentische veronderstellingen zouden hebben afgedaan of in een ander licht zouden moeten worden bezien. Sterker nog, het lijkt er eerder op dat het Nieuwe Testament slechts explicieter maakt wat in het Oude Testament reeds genoemd is. Denk aan de Heere Jezus Zelf, Die de Thora niet naast Zich neerlegt maar juist ‘intensiveert’.

De Kloe brengt het bekende Bijbelgedeelte ter sprake over de olijfboom met de afgebroken en geënte takken. Hij geeft aan dat het heil in Christus voor iedereen noodzakelijk is, ook voor de Joden. Het is opvallend dat De Kloe door middel van dit tekstgedeelte de positie van het Joodse volk enigszins lijkt te willen afzwakken, terwijl Paulus dit stuk mijns inziens vooral geschreven heeft om de heidenchristenen bewust te maken van hun ‘tweede’ positie: zij zijn immers geënt en geen natuurlijke takken (Rom. 11:20-21).

Ook toen was er blijkbaar al onder de heidenchristenen verwarring ontstaan over de positie van Israël. Israël heeft immers de Christus niet aangenomen en wij, christenen, wel. Dat kan ons het gevoel geven dat wij meer inzicht hebben in Gods heilsplan dan de Joden. En misschien is dat onze bedekking wel, dat wij moeite hebben om de positie van Israël op de juiste waarde te schatten (Jes. 25:7).

Tot slot refereert De Kloe aan het boek ”Zonen van Abraham”, dat hem in verwarring gebracht heeft. Mogelijk gaat hij mee in de teneur van dat boek door in nogal stellige beweringen te omschrijven hoe de periode vanaf de stichting van de staat Israël is verlopen. Hoewel De Kloe aangeeft een nuance te willen aanbrengen in de visie op Israël, is die nuance in zijn beschrijving van de genoemde geschiedenisperiode ver te zoeken. Het lijkt erop dat hij de door hem geconstateerde onbalans in de visie op Israël wil opheffen door de balans naar de andere kant te laten doorslaan.

Er is veel kritiek op Israël, misschien benadrukt dit ook weer de bijzondere positie van dit volk. God heeft vanaf het moment dat Hij Israël verkoos aangegeven dat zij zich niets moesten verbeelden en dat het niet aan hen te danken is dat Hij hen verkozen heeft. In Zijn omgang met Zijn volk, waarin Hij eindeloos genadig is, laat de Heere, eerbiedig gezegd, Zijn ware aard zien. Dat kan ons alleen maar met diepe verwondering vervullen.

De auteur is GZ psycholoog.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer