Dr. J. J. Buskes hield de hand op
Bij een kerkdienst behoort een collecte. Het collecteren in de kerk geschiedt middels open schalen, collectezak met lange of korte stok maar ook wel door middel van een busje aan de uitgang.
Bij de oefeningen die Wulfert Floor hield, geschiedde het zelfs dat aan de uitgang een klomp hing om de gaven in te zamelen. Bij de jaarlijkse zendingsdag van de Gereformeerde Zendingsbond (weliswaar geen kerkdienst maar nauw met de kerk verweven) kan men zelfs geld deponeren in melkbussen. Het komt ook steeds meer voor dat men met collectemunten en collectebonnen werkt. Ook komt het steeds meer voor dat men iets in de collecte doet maar het eigenlijke bedrag dat men wil geven gireert. Dat levert immers een aftrekpost bij de belasting op.
Over de wijze van collecteren is soms heel wat discussie. Vroeger ook al. Jacobus Hinlopen, die als voorzitter van de particuliere synode van Utrecht mede afgevaardigd was ter vervaardiging van de Psalmberijming van 1773 en als zodanig ook genoemd wordt in het voorwoord op die berijming, merkte eens op: „Een schaal werkt de zonde der eerzucht in de hand maar een zakje bevordert de zonde der gierigheid. Het is moeilijk te zeggen welke zonde het ergste is. Laten we dan maar kiezen voor de zonde die het meeste voordeel oplevert, de eerzucht. Dus de schaal!”
Het is ook wel voorgekomen dat er geen zak, schaal, hoed, bus(je), doos of klomp voorhanden was bij het collecteren. Daar werd letterlijk de hand opgehouden. Zo geschiedde het eens in de Westerkerk te Amsterdam. Dr. J. J. Buskes, die destijds aan die kerk was verbonden, was een bewonderaar van Martin Luther King, die op 4 april 1968 zo tragisch aan zijn einde kwam. Martins weduwe Coretta King zette het werk van haar man tegen onderdrukking van de negerbevolking voort. Daarvoor was geld nodig. Veel geld.
Toen het zoveel jaar geleden was dat King door een sluipmoordenaar was doodgeschoten stond Buskes daar in de preek uitgebreid bij stil. Na de zegen uitgesproken te hebben vroeg hij de gemeente even te willen blijven zitten. Hij had de volgende mededeling: „Ik heb de kerkenraad gevraagd of ik vanmorgen bij de deur een collecte mocht houden voor de weduwe van King en haar werk. Het is geweigerd omdat daardoor het collecterooster in de war zou worden gebracht. Er zou aan de deur voor de zending moeten worden gecollecteerd. U weet van mij, gemeente, dat ik heel gevoelig ben voor de visie van een kerkenraad. Nu had ik zo gedacht: de diaken staat aan de ene kant van de deur, ik sta aan de andere kant. Wilt u mij wat in handen geven, graag. Ik ga nu eerst mijn toga wegbrengen. Misschien wilt u even wachten met naar buiten gaan.” Enkele minuten later nadat hij zich vliegensvlug had omgekleed, stond hij bij de uitgang en kwam handen tekort om alle briefjes van tien en vijfentwintig aan te nemen. Met handenvol verdwenen ze in de zakken van zijn zwarte jasje. Maar het geld bleef daar niet. Het was immers bestemd voor de gediscrimineerde zwarte bevolking in de Verenigde Staten.