Promovendus bestudeert beeldvorming oorlogsjaren Breda
BREDA – De burgemeester die Breda door de Duitse bezettingsjaren loodste, kampt in de publieke opinie nog steeds ten onrechte met een negatief imago.
Dat concludeert J. Bakker in zijn proefschrift, ”Gemeentebestuur in oorlogstijd. De stedelijke overheid onder Duitse bezetting”, waarop hij vrijdag promoveert aan de Universiteit van Amsterdam.
Bakker onderzocht hoe Bredase bestuurders, ambtenaren en politiefunctionarissen reageerden op de Duitse bezetting. Vooral de belangrijke rol van burgemeester B. W. Th. van Slobbe valt daarbij op. De beeldvorming omtrent diens persoon is op meerdere vlakken onterecht negatief, oordeelt Bakker.
Zo stelde Van Slobbe in 1939 een ”Evacuatieplan” op om op mogelijke calamiteiten in geval van oorlog voorbereid te zijn. Hij deed dat uit onvrede over het feit dat Breda niet was opgenomen in de door het Rijk opgestelde evacuatieplannen. De vlucht van de bevolking, die chaotisch verliep doordat hij een dag moest worden vervroegd, bleek achteraf niet nodig, maar Van Slobbe kreeg daarvan ten onrechte de schuld. Tijdens de vlucht kwam 104 inwoners om het leven.
Van Slobbe ijverde al voor de oorlog voor de uitbreiding van het grondgebied van Breda met omliggende gemeenten. Hij zette die door tijdens de bezetting en vergiste zich in de gevoeligheid die kleefde aan ”annexatie in oorlogstijd” van gemeenten. Het beeld dat hij dit met de Duitsers had bedisseld is echter onjuist.
Van Slobbe was bovendien een van de burgemeesters die weigerden de politie opdracht te geven om inwoners te arresteren die niet in Duitsland wilden werken. Toch kreeg hij na de oorlog de kritiek dat hij het eigen gemeentepersoneel had opgegeven voor arbeid in Duitsland. In werkelijkheid weigerde hij mee te werken; de lijsten waren wel opgesteld, maar in opdracht van de burgemeester nooit verstuurd.
Bakker denkt dat de negatieve beeldvorming onder andere ook is gevoed door de wrevel van vooral een aantal lagere ambtenaren van de gemeente. Die zouden de stijl van de burgemeester als te autoritair hebben ervaren en Van Slobbe hebben zwartgemaakt.