Cultuur & boeken

De ”Redelijke godsdienst”: een baken in zee

Het was voor H. Karels (70) uit Gouda „geen makkelijke opdracht om mijn lievelingsboek te kiezen en daar een verhaal bij te vertellen. In het leven komen steeds opnieuw momenten waarop een schrijver je geweldig boeit en je je enorm door hem aangesproken voelt. Soms zit je net in een periode of ontwikkeling in je eigen leven die de schrijver zelf ook heeft ervaren of meemaakte.

Lisette van Putten
5 March 2011 07:37Gewijzigd op 14 November 2020 13:57
H. Karels: „Het boek is wel oud, maar niet stoffig.” Foto André Dorst
H. Karels: „Het boek is wel oud, maar niet stoffig.” Foto André Dorst

Voor mij gold dit voor de kerkvader Augustinus. Wat heeft hij mij mateloos geboeid en getroost in mijn jonge jaren. Ik vond veel herkenning in zijn levensloop, zijn zoektocht naar God –zo diepzinnig beschreven in zijn ”Belijdenissen”–, de onrust die hem bezet hield en de rust die hij later in God vond.”

Toch is er een ander werk dat Karels als zijn lievelingsboek bestempelt: „Het is wel oud, maar niet stoffig. Het is het bekende boek van W. à Brakel, de ”Redelijke godsdienst”. Ik kocht het in 1959 bij De Slegte toen ik achttien was, en nam het een jaar later mee in mijn soldatenkist, als militair op oefening naar La Courtine, een oefenterrein van het Nederlandse leger op de hoogvlakte van Auvergne in Frankrijk. Net als het ”Handboek voor de soldaat” was het voor mij een baken in zee.”

In zijn jonge jaren was Karels erg geïnteresseerd in dogmatische werken. „Prekenbundels van oudvaders of eigentijdse dominees boeiden mij niet zo. Ik wist dat Brakel een oudvader was, dus vermoedelijk theologie uit de oude doos. Maar de werkelijkheid was anders. Was het eerste deel sterk dogmatisch en schematisch van opzet, het tweede deel, waarin veel pastorale onderwerpen staan, was mij op het lijf geschreven en sloeg alles wat ik tot dusver gelezen had. Brakels methode van aanspraak en tegenwerpingen, waarin hij vragen oproept en beantwoordt, is uniek. Het onvoorwaardelijke aanbod van genade, waar hij van uitgaat, geeft de benauwde en bekommerde burger, en in mijn geval de jongeling, moed. Dit had ik nog nooit gehoord in de prediking, hoe goed ik ook luisterde. Mijn hart ging leven en ik kreeg het leven.

En wat een troost heeft Brakel ons gegeven toen we in het hoofdstuk over de doop lazen dat we niet moeten twijfelen aan de zaligheid van kinderen die jong sterven. Het was voor ons later een woord op zijn tijd toen een kind ernstig ziek werd en voor het leven werd gevreesd. Maar ook anderen kon ik met deze woorden van Brakel ondersteunen. Toen in de familie een kind als peuter overleed en de ouders, maar vooral de grootvader troosteloos terneerzat met de vraag waar het kind zou zijn, heb ik hem dit alles laten lezen en hij werd net als een David opgericht en kon geloven dat het kindje behouden was.”

Voor Karels is de ”Redelijke godsdienst” een boek geworden dat zijn leven veranderde. „Maar helaas”, merkt hij op, „geldt voor veel oudvaders: veel geprezen, maar weinig gelezen.”

Dit is de twaalfde aflevering van een serie waarin lezers aan het woord komen over een boek dat bijzondere betekenis voor hen heeft.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer