Kerken, pak de apologetische handschoen op
Wat is het belang van apologetiek in de kerk?
Apologetiek is niet alleen van belang in contacten met anders- of niet-gelovigen. Ook binnen de kerk is apologetiek belangrijk. Ik wil daarvoor drie overwegingen aanvoeren. De eerste is psychologisch van aard, de tweede cultureel, de derde heeft te maken met geestelijke strijd.
Wat de eerste overweging betreft: elk jaar heb ik contact met studenten die zeggen geen christen meer te zijn. Dikwijls heeft dit te maken met onbeantwoorde vragen. Eén meisje met een Gereformeerde Bondsachtergrond vertelde dat ze ronduit vijandig was bejegend nadat ze een aantal kritische vragen had gesteld – er waren zelfs twee ouderlingen op bezoek gekomen om haar aan te manen voortaan geen lastige kwesties op te werpen, ze moest ”geloven als een kind”. Sindsdien wil zij niets meer met geloof en kerk te maken hebben. In iets minder hevige mate heb ik zulke verhalen vaker gehoord, ook uit andere kringen, tot baptisten- en pinkstergemeenten toe.
Daarom is wat Tim Keller zegt over twijfel mij uit het hart gegrepen. „Een geloof zonder twijfel”, schrijft hij, „is als een menselijk lichaam waarin geen antilichamen zitten. Mensen die zorgeloos door het leven gaan, die te druk of te onverschillig zijn om moeilijke vragen te stellen over waarom ze geloven zoals ze geloven, zullen ontdekken dat ze met lege handen staan bij een tragische ervaring en met de mond vol tanden bij de prikkelende vragen van een slimme scepticus.”
Volgens Keller is het niet langer genoeg om er bepaalde overtuigingen op na te houden omdat je ze nu eenmaal geërfd hebt. „Alleen als je lang en stevig geworsteld hebt met bezwaren tegen je geloof zul je in staat zijn plausibele (en geen belachelijke of kwetsende) redenen voor je geloof aan te voeren tegenover sceptici, inclusief jezelf. En daarbij zal zo’n proces ervoor zorgen dat je degenen die twijfelen, kunt begrijpen en respecteren, zelfs als je zelf een krachtig geloof verworven hebt. In onze huidige situatie is dat net zo belangrijk als het aanvoeren van plausibele redenen.”
Niet vanzelfsprekend
We moeten hierbij wel in het oog houden dat christen-zijn niet in de eerste plaats een intellectuele overtuiging is. De kern van het geloof is een Persoon Die ons vraagt zich aan Hem over te geven en Die voor ons mensen altijd een mysterie, een diep geheimenis zal blijven. Het geloof is iets wat de Heilige Geest in ons bewerkt. Dat heeft gelukkig niets te maken met leeftijd, leefmilieu of intellectuele vermogens. Tegelijk is het zo dat zorgvuldige argumentatie en bewijsvoering het geloof wel kan bevestigen. Wat iemand diep existentieel ”weet” door de Heilige Geest, Die de Bijbelse beloften verankert in zijn hart, kan hij ook op een afgeleide manier leren onderbouwen door middel van het verstand. Daarin kan apologetiek een rol vervullen.
Een tweede overweging die meespeelt in mijn pleidooi voor apologetiek binnen de kerk is van sociaal-culturele aard. Volgens de Amerikaanse godsdienstsocioloog Peter Berger kent de westerse maatschappij niet langer een algemeen aanvaarde ”plausibiliteitsstructuur”. Dit moeilijke woord staat voor datgene wat normaal en normerend is voor iemands levensstijl, ethische keuzes, geloofsopvattingen en religieuze praktijken. Simpel gezegd: in een premoderne samenleving waren de keuzes beperkt en dobberde je makkelijker mee op de stroom van de gemeenschap. Bijvoorbeeld: trouwen is normaal, samenwonen is geen optie. Naar de kerk gaan hoort erbij, al doe je het maar om roddels te voorkomen enzovoorts.
In een moderne samenleving echter moet je over vrijwel alles zelf beslissen, want niets is meer vanzelfsprekend. De vraag rijst dan uiteraard waarop je een keuze baseert. Waarom ben je een christen en geen moslim? Is dat alleen een kwestie van opvoeding geweest? Of ben je christen omdat het goed voelt? Maar je gevoel is wel erg subjectief en fluctuerend. Hier heeft de apologeet een taak.
Strijd der ideeën
De derde overweging, ten slotte, heeft te maken met de geestelijke strijd waarmee iedereen te maken krijgt die serieus christen wil zijn. In verband met apologetiek denk ik hier vooral aan een strijd der ideeën. Deze speelt zich onder meer af in het onderwijs, op publicitair terrein (boeken en artikelen), internet, televisie en andere media, en binnen de kerken zelf. Hoe is het mogelijk dat zo veel mensen, ook christenen, destijds zijn gezwicht voor ideologieën zoals het marxisme of het nazisme – wat maakte hen zo blind? (En waar zijn wíj wellicht blind voor?) Wat maakt dat intelligente mensen zoals Richard Dawkins en E. O. Wilson oprecht menen dat evolutionaire processen alles kunnen verklaren? Hoe komt het dat zo veel mensen zich laten overtuigen door denkbeelden afkomstig uit de Nieuwe Spiritualiteit?
Ik geloof dat machten der duisternis proberen de waarheid over de werkelijkheid ten onder te houden. In plaats daarvan stellen zij allerlei afgodische en onjuiste levensbeschouwingen en ideologieën als wijs en verlicht voor. De ”overste van de macht der lucht” (Ef. 2:2) probeert voortdurend het hart, de ideeën, interpretatiekaders van mensen te beïnvloeden. Dit heeft er mede toe geleid dat christenen herhaaldelijk zijn gezwicht voor leugenachtige ideologieën. Het is van belang onszelf bewust te zijn van deze geestelijke dynamiek op het vlak van onze overtuigingen, zowel persoonlijk als meer in het algemeen. Open en eerlijke gesprekken hierover kunnen hiertoe bijdragen, alsmede een zorgvuldige beoefening van apologetiek.
Het liefst zou ik zien dat elke plaatselijke christelijke gemeente de apologetische ‘handschoen’ oppakt, zo mogelijk in samenwerking met anderen. Dit kan door te inventariseren wie er kennis heeft van bepaalde terreinen en wie bereid en in staat is om hierover bijvoorbeeld lezingen, workshops, of evangelisatorisch toegespitste toespraken te verzorgen, gesprekskringen met buitenkerkelijken te leiden of apologetische webpagina’s op te zetten. Het zou zinvol zijn als er binnen alle kerkelijke gemeenten expliciet aandacht zou komen voor de toerusting van gemeenteleden op het gebied van een veelkleurige geloofsverantwoording.
Drs. R. J. A. Doornenbal, senior opleidingsdocent en supervisor aan de Academie voor Theologie van de Christelijke Hogeschool Ede. Dit artikel is een samenvatting van een gedeelte van een hoofdstuk uit het recent verschenen boek ”Verantwoorde hoop. Apologetische thema’s” (red. dr. J. Hoek, uitgeverij Groen). Heeft u een vraag voor deze rubriek of wilt u reageren? weerwoord@refdag.nl