Opinie

Verlangen naar vrijheid in Egypte net zo sterk als wens „dood aan de Joden”

Wij mensen zijn zo beperkt dat we de grootst mogelijke moeite hebben het heden te begrijpen. Laat staan de dingen die komen gaan. Daarom kunnen we maar beter niet achter degenen aanhollen die menen met grote zekerheid iets over de nabije toekomst te kunnen zeggen.

Jan van Klinken
5 March 2011 07:18Gewijzigd op 14 November 2020 13:57

En juist nu is die verleiding groot. Immers, wat is er gaande in het Midden-Oosten en waartoe gaat de huidige onrust leiden? Zijn al die verlichte despoten uitgeregeerd? En dient zich werkelijk een feest van uitbundige democratisering aan?

Dat zou tot vreugde moeten stemmen, maar dat gevoel wil bij mij nog niet erg loskomen. Wellicht ben ik er net iets te sceptisch voor. Of beter: zo ben ik geworden. Grootvader put uit zijn jeugd. Ooit stelde ik de toenmalige Oost-Europakenner, Martin van den Heuvel van de Universiteit van Amsterdam, in alle nederigheid de vraag hoe groot hij de kans achtte dat het communistische Oostblok als een kaartenhuis in elkaar zou storten. Van den Heuvel had zelf jarenlang in Moskou gewoond en kende het Kremlin als zijn broekzak. We leefden nog in de tijd van de Koude Oorlog en er was geen enkel zicht op enige val van welke muur dan ook. In mijn onnozelheid dacht ik dat in deze regio misschien ooit een andere wind zou gaan waaien. De mensen daar keken toch ook tv en was het dan werkelijk ondenkbaar dat het systeem aan interne vermolming ten onder zou gaan?

Het antwoord van Van de Heuvel was niet voor tweeërlei uitleg vatbaar: ten enenmale uitgesloten. Nee, wie dacht dat daar een revolutie mogelijk was, zat ernaast. Zeker, er waren veranderingen gaande. Maar het systeem zelf was in beton gegoten. Geen denken aan dat de communistische reus ooit van zijn voetstuk zou vallen.

Een paar jaar later kukelde het ganse Oost-Europese bastion ineen. Die reus van Van den Heuvel bleek lemen voeten te hebben. Het hele systeem was als een pudding in elkaar gezakt. Het ondenkbare gebeurde en in een tempo dat het iedereen duizelde.

We weten allemaal hoe de vlag er nu bij hangt. De communistische heilsstaat is veranderd in een kapitalistisch bolwerk. Voor de bevolking betekent het dat zij van de ene ellende in de andere is terechtgekomen, maar feit is dat een half werelddeel volledig van gedaante is veranderd.

Ik wil maar zeggen dat zelfs de best ingevoerde deskundigen in het duister tasten als ze in de glazen bol staren die toekomst heet. En verder lijkt me voldoende aangetoond dat alle panelen op het wereldtoneel kunnen schuiven, geen enkele uitgezonderd. Wie had 25 jaar geleden kunnen denken dat Afghanistan nog eens een trefpunt voor westerse hulpverleners zou zijn, Irak de bloedige arena van sjiieten en soennieten en grote delen van Libië verboden terrein voor de narcistische leider Gaddafi?

Alles is dus mogelijk. En niets is zeker. Nou ja, niets… We hebben het profetische woord, dat zeer vast is en dat ons nogal wat inzicht biedt in de ontwikkelingen op deze aardbol. Weliswaar is men het in reformatorische kring lang niet in alles eens over de uitleg. Maar welk eindtijdscenario men ook hanteert, Israël speelt daarin een centrale rol. Je moet de Bijbel welhaast op z’n kop lezen om niet tot de slotsom te komen dat aller ogen aan het einde van de wereldgeschiedenis gericht zullen zijn op Jeruzalem.

Als dat zo is, is er alle reden om de ontwikkelingen die zich nu in het Midden-Oosten aandienen, met argusogen te volgen. Want er is toch werkelijk een ongekend turbulente episode aangebroken. Nu het ene na het andere regime in deze regio lijkt te vallen en het volk het voor het zeggen krijgt, gaan we heel wat meemaken.

Om de gedachten te bepalen, een paar recente gebeurtenissen. Op het befaamde Tahrirplein in Caïro klonk uit duizenden kelen de roep om verlost te worden van Mubarak. Wat zwaar onderbelicht bleef, was dat ook „dood aan de Joden” werd gescandeerd. Kennelijk leeft die wens daar net zo sterk als het verlangen naar vrijheid.

Nog zoiets. Nadat Mubarak de kuierlatten had genomen, dook onmiddellijk ene Yusef al-Qaradawi van de moslimbroederschap op. Deze geestelijk leider was ooit naar Qatar verbannen vanwege zijn extreme islamitische ideeën maar hij roerde meteen de trom toen de kust veilig was. Op hetzelfde Tahrirplein eiste hij voor een juichende menigte de opheffing van „de Israëlische blokkade van de Gazastrook” en schreeuwde hij dat het volk „de revolutie nimmer meer uit handen mocht geven, dat moslims Jeruzalem moesten bevrijden.”

Volgens de enkele journalist die gewoon zijn werk bleef doen en zich niet liet meeslepen in de euforie, spatte de haat uit zijn ogen en vonden de massaal toegestroomde Egyptenaren het allemaal prachtig wat deze griezel uitkraamde. Als ik even een vraag mag stellen: Hoe ziek is je geest als je na tientallen jaren verbanning mag terugkeren naar je vaderland en je niet begint met een oproep tot het tellen van de zegeningen, maar met het zaaien van haat tegen het enige normale land in de regio?

Kortom: de beer is los in het Midden-Oosten. En dat zal Israël weten. De rest is koffiedik kijken. Maar op de afloop kunnen we onmogelijk gerust zijn.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer