Een Europees probleem
Zondag demonstreerden in Frankrijk bijna een kwart miljoen mensen tegen de regeringsplannen om de pensioenen te herzien. Het is niet de eerste uiting van verzet tegen de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd en het zal ook wel niet de laatste zijn. Vandaag ligt het vliegverkeer in Frankrijk grotendeels stil vanwege een staking van de luchtverkeersleiders.Dit probleem speelt ook in andere Europese landen. Door de vergrijzing van de bevolking worden de pensioenlasten steeds zwaarder. Een verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd dringt het aantal pensioentrekkers terug, terwijl de lasten over een grotere groep mensen kunnen worden uitgesmeerd.
In het regeerakkoord van het kabinet-Balkenende is dan ook opgenomen dat VUT- en prepensioenregelingen langs fiscale weg minder aantrekkelijk zullen worden gemaakt. De aftrekbaarheid van de premies gaat verdwijnen, waardoor die een grotere hap uit de loonruimte nemen.
Werknemers zijn het echter in de loop der jaren als een recht gaan zien om ver voor hun 65e te stoppen met werken. Aantasting van verworven rechten is altijd een gevoelige zaak, zeker in een land als Frankrijk, waar men vanouds gewend is de straat op te gaan wanneer men in het normale overleg zijn zin niet krijgt.
Maar ook in Nederland is het moeilijk om uit te leggen dat VUT-regelingen waar werknemers jarenlang aan meebetaald hebben, gaan verdwijnen. Dat geldt zeker voor degenen voor wie de VUT-leeftijd al in zicht begon te komen, maar die er nu mee moet rekenen dat die steeds verder opschuift.
Ten aanzien van jongere werknemers is er evenzeer een probleem. Die betalen premies voor VUT- en prepensioenregelingen, terwijl het zeer waarschijnlijk is dat zij daar nooit van zullen profiteren. Geen wonder dat vanuit de jongerenorganisaties van zowel het CNV als de VVD dit punt aan de orde gesteld is. Daar vindt men dat jonge werknemers moeten weigeren premie te betalen voor regelingen waarvan zij nooit gebruik kunnen maken.
Dat is inderdaad een punt waaraan we niet zomaar voorbij kunnen gaan. Omslagstelsels zoals de AOW en de VUT hebben het aantrekkelijke dat je ze op korte termijn van kracht kunt laten worden. Een grote groep mensen gaat ervan profiteren die er zelf nooit aan betaald heeft. De lasten worden omgeslagen over de werkende generatie.
Maar van zo’n regeling op een correcte manier afkomen, is veel moeilijker. Er moet dan immers nog jaren betaald worden door mensen die weten dat de regeling niet meer van kracht is als zij eenmaal die leeftijd bereikt hebben.
Nu zit er in pensioenregelingen altijd een element van solidariteit. Wie een hoge leeftijd mag bereiken, profiteert meer van de uitkering dan anderen. Maar dat is toch wat anders dan het moeten meebetalen aan een regeling waarvan men weet dat men zelf buiten de prijzen zal vallen.
Bij het afbouwen van VUT-regelingen zal daarom zorgvuldig te werk moeten worden gegaan. Maar zonder pijn gaat het niet. Wie straks niet meer van deze regeling profiteert, kan zijn premies niet opeisen. Dat geld is immers al lang uitgekeerd aan de vutters.