EU blijft sterk verdeeld over grondwet
Het eindvoorstel voor een ontwerpgrondwet voor de Europese Unie bevat geen verwijzing naar het christelijke erfgoed. Op dit en op tal van andere punten blijken de meningsverschillen echter nog zo groot dat lang niet zeker is hoe de tekst in laatste instantie eruit zal zien.
Het presidium, het dagelijks bestuur, van de 105 leden tellende conventie die zich buigt over de toekomstige inrichting van de EU, publiceerde maandag een aangepaste versie van delen van het beoogde document. Het slaagde er in kleine kring niet in overeenstemming te bereiken over een aantal controversiële kwesties. Daarom is uit armoede maar besloten de oorspronkelijke plannen voorlopig te handhaven.
Het gaat vooral om onderwerpen die betrekking hebben op de macht en de samenstelling van de diverse instellingen. Hete hangijzers zijn de criteria die straks gelden om bij besluitvorming te kunnen spreken van een gekwalificeerde meerderheid, de wenselijkheid van een permanente voorzitter van de Unie en de vraag of iedere lidstaat iemand mag blijven afvaardigen naar de Europese Commissie.
Voorzitter Giscard d’Estaing en zijn collega’s in het presidium constateren in hun jongste rapportage dat over belangrijke thema’s vanuit de plenaire zittingen amendementen zijn aangereikt die om wijzigingen vragen die in verschillende richtingen gaan. Zij menen dat daarom nader overleg nodig is alvorens conclusies zijn te trekken. Aanstaande vrijdag en zaterdag vindt er in Brussel weer een vergadering van de voltallige conventie plaats.
Een woordvoerder van Giscard hamert erop dat er meer beweging dient te komen in de opvattingen van de partijen. Anders zal de adviesgroep geen blauwdruk afleveren die brede steun geniet en valt haar missie als mislukt te beschouwen.
De verdeeldheid brengt in ieder geval het tijdschema in gevaar. De staats- en regeringsleiders rekenen erop dat zij op 20 juni, als zij voor een top bijeen zijn in het Griekse Thessaloniki, het resultaat ontvangen van het beraad binnen de ’denktank’, dat eind februari vorig jaar begon. Waarschijnlijk in de herfst starten zij op basis daarvan de onderhandelingen die moeten uitmonden in definitieve beslissingen over de bestuurlijke hervormingen.
In de inleidende artikelen over de definitie en de doestellingen van de EU ontbreekt ook in de herziene tekst een passage over de christelijke wortels van Europa. De christen-democraten hebben steeds aangedrongen op het opnemen van een zinsnede als „de waarden van degenen die geloven in God”, maar hun pleidooi is niet gehonoreerd.
Het ontwerp vermeldt als gemeenschappelijke waarden de eerbied voor menselijke waardigheid en mensenrechten, vrijheid, democratie en rechtsstaat. Die krijgen gestalte, zo luidt het vervolg, „in een samenleving die gekenmerkt wordt door pluralisme, verdraagzaamheid, rechtvaardigheid, gelijkheid, solidariteit en een verbod op discriminatie.”
Het beladen woord ”federaal”, dat met name in het Verenigd Koninkrijk veel aversie opriep, is geschrapt. Nu heet het dat de Unie „op communautaire wijze” haar bevoegheden uitoefent. Giscard verklaarde in dit verband recent voor de Britse televisie dat hij niet streeft naar een superstaat, maar naar „een sterke, geordende organisatie van nationale staten.”