Boswachter moet afzijdig blijven bij zedendelict
’s GRAVELAND - Boswachters in dienst bij Natuurmonumenten moeten zich afzijdig houden van zedendelicten. Dat blijkt uit een notitie van de natuurorganisatie die geldt voor de provincies Utrecht en Noord-Holland.
Boswachters, die de status van ’groene’ buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) bezitten, hebben de bevoegdheid om mensen te arresteren. Natuurmonumenten wil echter dat de boswachters zich vooral als gastheren opstellen en niet als boevenvangers.
Natuurmonumenten adviseert de boswachters met zo veel woorden om zich afzijdig te houden van zedendelicten. „Een zedenmisdrijf in een natuurgebied bedreigt in eerste instantie geen doelen van Natuurmonumenten”, aldus de richtlijn. „Pas als het misdrijf erg veel publiciteit trekt of als er sprake is van herhaling komen de doelen van Natuurmonumenten in gevaar.”
Volgens de natuurorganisatie is inzet van boa’s op dit terrein „niet zinvol”. De pakkans is „bijzonder klein” en in het geval van een misdrijf ziet Natuurmonumenten „meer een taak en zorg” voor justitie.
De politiebond ANPV is verbolgen over de opstelling van Natuurmonumenten. „Dit is beschamend”, zegt woordvoerder R. Tournier. „Natuurmonumenten wil het imago hoog houden dat er in de bossen niets ergs gebeurt. De organisatie doet aan struisvogelpolitiek en redeneert in de trant van: Als boswachters niet actief optreden in het geval van zedendelicten dan zijn die misdrijven er ook niet.”
Natuurmonumenten dicht uit angst haar imago te verliezen haar boswachters vooral de rol van gastheer toe en heeft nauwelijks oog voor de functie van toezichthouder, stelt Tournier.
Feit is dat de boswachter juist veel kan betekenen als het gaat om de bestrijding van criminaliteit in bosgebieden, zegt de ANPV-woordvoerder. „Als 300 mariniers zoeken naar een vermist persoon lopen ze aan het handje van de boswachter. Die kent het gebied immers goed.” In bosgebied gebeurt „schrikbarend veel” wat het daglicht niet kan verdragen. „Denk alleen al aan het dumpen van resten van xtc-laboratoria.”
Ook mr. R. Croll, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Natuurtoezichthouders, laakt de stelregel van Natuurmonumenten. „Dit is stuitend. Gastheerschap moet samengaan met toezichthouden. Als iemand bij mij op visite komt, krijgt hij netjes een kop koffie, maar als hij mijn tafelzilver steelt en de schilderijen van de wand rooft, wordt hij aangepakt.”
Inspecteur J. W. van Rijn van Alkemade van Natuurmonumenten, verantwoordelijk voor de richtlijn voor Utrecht en Noord-Holland, ontkent dat de boswachters een andere kant moeten opkijken in geval van een zedendelict. „Wij zeggen niet: U mag zich er niet mee bemoeien. We zeggen wel: U moet de politie erbij halen. Boswachters zijn voor ons in eerste instantie gastheer, geen criminaliteitsbestrijder.”
Van Rijn van Alkemade spreekt tegen dat Natuurmonumenten koste wat het kost de indruk wil wekken dat er in bossen nauwelijks criminaliteit is. „In dat verhaal herken ik me niet.” In de provincies Utrecht en Noord-Holland werken ongeveer vijftien boa’s voor Natuurmonumenten. De organisatie overweegt de richtlijn voor alle regio’s in Nederland in te voeren.