Justitie ontkent niet dat er vorig jaar onder het oog van de politie drie drugspakketten van in totaal anderhalve kilo cocaïne zijn doorgevoerd om zo de drugsbende te kunnen pakken. Volgens de officier van justitie gaat het echter om een wettelijk toegestane pseudokoop, waarvoor expliciet toestemming is gegeven door de onderzoeksrechter.

De advocaten spreken dit tegen. Zij menen dat de politie al vanaf het begin drie pseudo-aankopen wilde doen en dat er daarom gekozen had moeten worden voor een echt infiltratie-traject. Hiervoor is speciaal toestemming nodig van de onderzoeksrechter, die in dat geval een uitgebreidere belangenafweging maakt met meer waarborgen voor de verdachten.

De raadslieden stellen verder dat de undercoveractie veel verder is doorgevoerd dan is toegestaan. Zo werd een van de undercoveragenten erelid van de bende, werd de bendeleider een woning aangeboden in Engeland en werden er over en weer goederen meegebracht, zoals kleding. Volgens een van de advocaten heeft de illegale actie van de politie ervoor gezorgd dat een kleine dealer ineens in grotere hoeveelheden ging handelen. Niet omdat hij dat zelf van plan was, maar omdat hij ineens de kans kreeg door de inzet van de undercoveragenten. Hiermee zou er sprake zijn van uitlokking.

Een van de advocaten heeft de rechtbank gevraagd justitie het recht op vervolging te ontnemen. Anderen menen dat de rechtbank bewijsmateriaal moet uitsluiten, verdachten moet vrijspreken of strafvermindering geven.

Justitie eiste maandag gevangenisstraffen van twee tot vijf jaar tegen vijf verdachten. De 33-jarige hoofdverdachte Jan B. hoorde daarnaast tbs met dwangverpleging eisen in verband met zijn agressieve aard.

De rechtbank doet op 30 maart uitspraak in de zaak.