Dat zegt de minister in reactie op een artikel in het Reformatorisch Dagblad van maandag naar aanleiding een advies van de Commissie vernieuwing biologie-onderwijs (CVBO). „Het enige dat centraal wordt vastgesteld is de nieuwe inhoud van het centraal examen biologie voor havo en vwo. Van de introductie van een voorgeschreven leerlijn van 4 tot 18 jaar voor het vak biologie waarvan de basis wordt gevormd door de evolutietheorie is dan ook geen sprake”, aldus de bewindsvrouw.

Verder weerspreekt de bewindsvrouw de stelling van de secretaris van de Stichting De Oude Wereld uit Urk, Van Dam, dat er in het onderwijs alleen ruimte zou zijn voor behandeling van de evolutietheorie en niet van andere opvattingen over het ontstaan van de aarde, zoals het Bijbelse verhaal over de schepping. „Dit is pertinent onjuist. Het enige wat in de exameneisen voor havo en vwo wordt vastgesteld, is dat een leerling voor doorstroming naar het vervolgonderwijs in elk geval kennis moet hebben van evolutietheorie. Dat is immers op dit moment de dominante opvatting in de wetenschap.”

Scholen mogen ook hun eigen methoden blijven kiezen voor het biologieonderwijs. De minister: „De school bepaalt het aanbod van lesmateriaal. Er was, is en blijft evenveel ruimte als vroeger om aandacht te geven aan opvattingen die passen bij de eigenheid van de school. Dat is logisch, want anders zou de vrijheid van onderwijs in het geding komen. Ik ben juist een groot voorstander van die vrijheid.”