Inflatie hoog op zorgenlijstje van Chinees
PEKING – Veel Chinezen gaan ervan uit dat de kosten van het levensonderhoud snel zullen blijven toenemen. De Chinese regering probeert al enige tijd de aanwakkerende inflatie in te tomen, maar tot dusver zonder succes.
Mijnheer Ma, eigenaar van een fruit- en groentewinkeltje in Peking, zit het niet lekker dat hij zijn klanten almaar meer moet laten betalen. Eieren kosten nu 10 yuan (1,10 euro) per kilo, 3 yuan meer dan enkele maanden geleden. De prijs van tomaten is in die achterliggende periode bijna verdubbeld, kool kost zelfs drie keer zo veel.
Net als veel andere Chinezen gelooft Ma niet veel van de beloften van de regering dat ze de prijsstijgingen zal indammen. „De prijzen zullen zeker blijven klimmen”, zegt hij. „We kunnen er niet veel aan doen.”
In januari lagen de consumptieprijzen in China 4,9 procent hoger dan in januari vorig jaar, volgens de regering. Critici beweren dat de statistici de voedselprijzen in hun laatste berekeningen minder gewicht hebben toegekend en dat het echte inflatiepercentage dus nog hoger ligt. Vooral levensmiddelen, waaronder fruit en groenten, zijn de voorbije maanden fors duurder geworden; in januari alleen al 10,3 procent.
Het Chinese consumentenvertrouwen zakte in het laatste kwartaal van 2010 tot de laagste niveau sinds het crisisjaar 2009, een aanwijzing dat veel burgers zich er zorgen over maken dat de inflatie hun welvaart zal aantasten. De hoge voedselprijzen zijn nu de op twee na grootste zorg van de modale Chinees, na een stabiel inkomen en een goede gezondheid.
Uit enquêtes blijkt dat het leeuwendeel van de Chinezen vreest dat, conform voorspellingen van economen, eten ook de komende twaalf maanden duurder zal blijven worden. De binnenlandse vraag overtreft het aanbod en de aangetrokken internationale prijzen maken ook de import duurder.
De Communistische Partij maakt zich eveneens zorgen. In grote delen van het land besteden gezinnen tot de helft van hun inkomen aan voedsel. De legitimiteit van het regime berust voor een groot deel op de gestaag toenemende welvaart en dus is een hogere inflatie slecht nieuws voor de machthebbers.
De regering heeft sinds oktober al drie keer de rente verhoogd en probeert de inflatie ook te temperen door banken te dwingen grotere reserves aan te houden. Daardoor circuleert er minder geld, wat de economie moet doen afkoelen en de prijsstijgingen moet inperken.
Arme gezinnen kunnen rekenen op overheidshulp, lokale overheden hebben het bevel gekregen om ervoor te zorgen dat er voldoende aanbod is op de groentemarkten en de prijzen in de studentenrestaurants worden laag gehouden. De inflatie verdwijnt niet door zulke maatregelen, maar voorlopig lijkt het effect wel dat er bij de meeste burgers eerder berusting dan ergernis te bespeuren is.
„De prijzen stijgen, maar we kunnen er niets aan veranderen”, zegt mevrouw Shao, die een kleine kruidenierszaak uitbaat niet ver van de groentewinkel van mijnheer Ma. Melk, suiker, bier, bakolie, bloem: alles is duurder geworden in haar winkeltje, maar haar omzet lijdt daar voorlopig nauwelijks onder. „De mensen klagen niet vaak”, zegt mevrouw Shao. „Ze weten dat er inflatie is. En een mens moet eten.”
Mevrouw Tong, de eigenares van een winkeltje dat noedels verkoopt, in de buurt van het station van Andingmen, heeft het wel moeilijk. Ze overweegt zelfs haar zaak te sluiten en terug te keren naar de provincie Shandong, waar ze vandaan komt. „Mijn ingrediënten worden almaar duurder en de werknemers blijven opslag vragen. Ik kan deze zaak niet meer draaiende houden.”