Partijleider Marianne Thieme eiste tijdens de zitting, met het oog op de mediawet, dat ze zou mogen deelnemen aan het televisiedebat. De NOS daarentegen wil het debat, met acht deelnemende partijen, ‘hanteerbaar’ houden.

De rechter begrijpt het standpunt van de Partij voor de Dieren die er aan de vooravond van de Provinciale Statenverkiezingen groot belang bij heeft haar politieke standpunten onder de aandacht van het publiek te brengen. Zeker nu de uitslag, meer dan anders, de machtsverhoudingen tussen de regeringspartijen en de oppositie in Den Haag kan veranderen. De rechter noemt het ook aannemelijk dat deelname aan het debat en de presentatie van de Partij voor de Dieren invloed heeft op de definitieve keuze van de kiezer om wel of niet op een bepaalde partij te stemmen.

De rechter vindt echter niet dat de NOS onrechtmatig handelt door de Partij voor de Dieren niet uit te nodigen en beschouwt het verkiezingsdebat als een vorm van journalistiek, waarin de NOS journalistieke vrijheid heeft bij het organiseren en het bedenken van de thema’s. „Het is niet aan de rechter in de plaats te treden van de programmamaker en deze voor te schrijven hoe hij het voorgenomen journalistieke product (beter) dient uit te voeren”, aldus de rechter.

Zolang de NOS geen misbruik maakt van haar journalistieke vrijheid om de verkiezingsuitslag te beïnvloeden, is er geen sprake van onrechtmatig handelen, oordeelde de rechtbank. Het door de NOS gehanteerde criterium om alleen de acht grootste fracties uit te nodigen, is volgens de rechter voldoende duidelijk en neutraal.

Leden van de PvdD gaan dinsdagavond gemuilkorfd demonstreren bij de ingang van de Eerste Kamer. „De NOS heeft zichzelf een brevet van onvermogen gegeven door te stellen dat ze niet in staat is in een hanteerbaar en uitzendbaar debat te organiseren met tien deelnemers. In de Tweede Kamer doen we dat voortdurend”, reageerde Thieme op de uitspraak.

De NOS zendt het debat vanaf half negen uit op Nederland 1.