Buitenland

„Vluchtelingen uit Libië zijn relatief kalm”

DEN HAAG (ANP) – Tienduizenden vluchtelingen uit Libië die de grens met Tunesië zijn overgestoken, wachten op vervoer en opvang. Ze zijn blij dat ze Libië hebben kunnen verlaten. Hoewel ze niet weten hoe ze verder moeten, zijn ze relatief kalm.

28 February 2011 18:09Gewijzigd op 14 November 2020 13:53

Dat zei de Nederlandse Hanna Emmering, die als hulpverleenster bij het Internationale Rode Kruis maandag de opvangplaatsen aan de Libisch-Tunesische grens bezocht. Zij was bij de grensovergang Ras Jedir. Die ligt helemaal in het noorden, praktisch tegen de kust aan.

Het Rode Kruis en de zusterorganisatie Rode Halve Maan proberen de eerste opvang zo veel mogelijk in goede banen te leiden. Ze bieden onder meer medische en psychosociale hulp. „Er komen hier mensen aan die dagen niet hebben gegeten”, weet Emmering.

„Voor zover we kunnen constateren zijn de vluchtelingen geen Libiërs. Het zijn allemaal mannelijke gastarbeiders zonder gezin, vooral Egyptenaren. Ze hebben vaak geen geld om terug te keren naar hun land, dat aan de andere kant van Libië ligt. We zagen scanderende groepen Egyptenaren die boos waren en zich afvroegen waar hun leger nu blijft om hun te helpen Ook is er een contingent Chinezen voor wie hulp wordt gezocht bij het bedrijf waar ze voor werkten of bij hun ambassade.”

Volgens Emmering wordt voor slaapplaatsen onder meer een beroep gedaan op Tunesische families in de omgeving. Verder biedt een militair tentenkamp onderdak aan vier- tot vijfduizend mensen. „Maar helaas moeten ook duizenden mensen de nacht in de kou doorbrengen”, aldus Emmering. De hulporganisaties proberen in kaart te brengen hoe het nu verder moet.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer