Groen & duurzaamheid

Webcam bewijst: ecoduct werkt uitstekend

De theorie dat groot wild ecoducten links zou laten liggen, kan gevoeglijk naar het rijk der fabelen verwezen worden. Uit de beelden van onlangs geïnstalleerde webcams van Natuurmomumenten blijken herten, zwijnen en vossen de wildpassages zeer op prijs te stellen.

Jacob Hoekman
26 February 2011 00:03Gewijzigd op 14 November 2020 13:52
De webcam op ecoduct Terlet registreerde afgelopen maanden onder meer groepen Schotse hooglanders, damherten en edelherten. Foto Natuurmonumenten
De webcam op ecoduct Terlet registreerde afgelopen maanden onder meer groepen Schotse hooglanders, damherten en edelherten. Foto Natuurmonumenten

Achter een computer, op de bovenverdieping van het kantoor van Natuurmonumenten in Rheden speurt beheerteammedewerker André ten Hoedt de tijdbalk van de webcam af. Een ingebouwde bewegingssensor maakt automatisch melding van activiteit op wildwissel Terlet over de A50 bij Arnhem. Maar vaak is het loos alarm, zo blijkt achter het scherm. Regendruppels, sneeuwvlokken en boomblaadjes gooien geregeld roet in het eten.

Dáár, om 16.53 uur op 9 februari, is het echter raak. Een wild zwijn loopt het ecoduct op. Op de achtergrond raast het verkeer van de A50 voorbij, maar het zwijn laat zich daardoor geen moment van de wijs brengen. Op z’n gemak maakt het de oversteek van het Deelerwoud aan de Hoenderloose kant naar de Veluwezoom aan de Rhedense kant van de A50. Even later komt er ook nog een groep damherten voorbij – in stevige pas.

Dan wordt het avond. De twee webcams op ecoduct Terlet springen automatisch over op de infrarode nachtstand. Om 21.59 uur hebben ze opnieuw beet. „Een zeug en twee biggen”, zegt Ten Hoedt trefzeker. Ze snuffelen wat rond in de stobbenwal die over de hele lengte van het ecoduct is aangelegd. Pas als hun nieuwsgierigheid ten volle is bevredigd, lopen ze door.

Wie nu nog beweert dat ecoducten geen nut hebben, moet zelf maar naar de beelden komen kijken, vindt Ten Hoedt. „Dat geen enkel dier gebruikmaakt van ecoducten, zoals je soms nog hoort, klopt simpelweg niet.”

Ten Hoedt weet waarover hij praat: hij is haast dagelijks betrokken bij de tellingen van het wild op ecoduct Terlet. Dat ecoduct is, samen met de even verderop gelegen wildwissel bij Woeste Hoeve, het oudste van Nederland. Sinds de aanleg in de jaren tachtig moeten er al vele duizenden dieren gebruik van gemaakt hebben.

Precieze aantallen waren nooit voorhanden, maar dat is veranderd sinds er in september vorig jaar aan weerszijden van het ecoduct twee webcams zijn geïnstalleerd. Afgelopen november begon Natuurmonumenten de ‘oogst’ bij te houden. Het resultaat tussen 24 november en 9 januari: 413 herten, 380 Schotse hooglanders, 63 wilde zwijnen en 20 vossen. En dan is er natuurlijk nog het kleiner spul, ook niet onbelangrijk overigens. „Dan moet je denken aan bijvoorbeeld hagedissen en boommarters”, zegt Ten Hoedt. „Maar die worden ongetwijfeld vaak niet opgemerkt door de camera.”

De aantallen zijn veel groter dan de boswachters hadden durven dromen, zegt faunabeheerder Jan Potkamp, die vaak in het gebied komt. „Als je het ons vóór de tellingen zou hebben gevraagd, zouden we gezegd hebben dat de oversteek van vier of vijf stuks wild per jaar al heel goed is voor de nodige bloedverversing. Maar die aantallen zijn vele malen groter. Dat haast geen dier gebruikmaakt van een ecoduct is overduidelijk een standpunt van 25 jaar geleden.”

Probleem is wel dat niet vaststaat dat ook de nog te bouwen ecoducten rond de Veluwe, onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), net zo succesvol zullen zijn. Die onzekerheid is des te groter nu het kabinet gezegd heeft geen geld meer te zullen steken in de aanleg van de zogeheten robuuste verbindingszones. Zonder die zones –min of meer de wegen naar en van het ecoduct– worden de wildwissels loze bouwsels. „Daarom begrijp ik ook niet dat het kabinet hier half werk van wil maken”, zegt Potkamp. „Als je eenmaal iets in gang hebt gezet, moet je het ook afmaken.”

Ten Hoedt speurt intussen in de tijdbalk van de webcam bij 8 februari. „Kijk, dát moeten we dus niet hebben”, roept hij verstoord. Een fietser rijdt dwars over het ecoduct, dat niet voor bezoekers toegankelijk is. „Van dit ecoduct maken een hoop damherten gebruik. Die zijn heel schuw. Stel je zo’n ecoduct open voor publiek, dan kan dat de populatie flink verstoren.”

Gelukkig hebben de Schotse hooglanders die even later de oversteek wagen, geen last van de fietser. Maar liefst negentien exemplaren trekken langs de camera. „Een hele uittocht!” roept Potkamp verheugd.

De bloedverversing van de Schotse hooglanders lijkt voor het komend seizoen wel verzekerd. „Gelukkig maar”, vindt de faunabeerder. „Op die manier maak je een populatie veel minder kwetsbaar. Als je kijkt naar wat er de achterliggende decennia allemaal aan infrastructuur voor de mens is aangelegd, is dit toch het minste wat we kunnen doen?”


Ecoduct inzet verkiezingen

Ecoducten zijn een heet hangijzer in met name de provincies Utrecht en Gelderland. Zeker met de verkiezingen in aantocht lijken de standpunten zich te verharden. Zo bepleitte de SGP in Gelderland vorige maand nog een onmiddellijke bouwstop voor de zeven geplande ecoducten in Gelderland. Ook in Utrecht rijst verzet tegen de aanleg van een aantal wildpassages.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer