Specialisten in speekselsteen
Er zullen weinig mensen zijn die nog nooit gehoord hebben van nier- of galstenen. Minder bekend is dat er zich ook in de speekselklieren steentjes kunnen vormen. Een flinke pijnaanval kan het gevolg zijn.
Huisartsen, tandartsen en medisch specialisten kunnen er vaak weinig aan doen. Het speekselkliercentrum van het Erasmus MC in Rotterdam weet er echter wel raad mee. In dit unieke centrum werken keel-, neus- en oorartsen en kaakchirurgen samen om patiënten met aandoeningen aan hun speekselklieren te behandelen.
„Speekselstenen (sialolithiasis) komen geregeld voor, maar slechts een klein percentage heeft er last van”, zegt hoofd-halschirurg Aniel Sewnaik. Sinds 2008 heeft hij de leiding over het speekselkliercentrum. Samen met zijn collega’s Jeroen Kerrebijn, Cees Meeuwis en kaakchirurg Ivo ten Hove probeert hij patiënten van hun speekselklierklachten af te helpen. In anderhalf jaar tijd is dat gelukt bij 70 procent van de 150 patiënten die naar het speekselkliercentrum werden verwezen.
Wekelijks zien de kno-artsen op hun spreekuur op woensdagmiddag vijf nieuwe patiënten met speekselklierklachten. Diezelfde middag krijgen vijf andere patiënten een behandeling met de speekselsteenvergruizer. „Het aanbod is vrij constant”, aldus Sewnaik.
De kno-artsen van het team houden zich voornamelijk bezig met hoofd-halschirurgie. Meestal betreft het kwaadaardige tumoren in dat gebied. Ze laten er geen twijfel over bestaan dat behandeling van deze tumoren voorrang heeft boven de behandeling van speekselstenen. Vergeleken met kwaadaardige tumoren zijn speekselstenen min of meer een luxeprobleem. „Al kunnen ze pittige pijnaanvallen veroorzaken.”
Omdat een reguliere kno-arts patiënten vaak niet van hun speekselklierproblemen kan afhelpen, verwijst deze steeds vaker naar het Rotterdamse speekselkliercentrum. De toeloop uit het hele land is inmiddels zo groot dat er plannen zijn voor uitbreiding van het spreekuur.
Mevrouw Tazelaar is door de kaakchirurg van het Amphia Ziekenhuis in Breda doorverwezen naar het speekselkliercentrum. „Al een halfjaar heb ik klachten van een verdikking onder de tong. Op de echo was een kleine speekselsteen te zien. Volgens de kaakchirurg in Breda zouden ze die hier vakkundig kunnen verwijderen.”
Sewnaik voelt inderdaad een steentje zo groot als een rijstkorrel in de afvoergang van de speekselklier zitten. „Die kunnen we onder narcose verwijderen”, zegt hij. „We gaan daarbij met een heel dun slangetje van 0,6 millimeter via de mondbodem de afvoergang van de speekselklier binnen.” Met een kleine camera aan het slangetje spoort de chirurg de steen op en verwijdert hem met een grijpapparaatje. „Dat is een minder ingrijpende operatie dan verwijdering van de hele speekselklier.”
Bij een grotere steen lukt deze ingreep niet en moet Sewnaik een snee in de afvoergang maken om de steen weg te halen. „Daarna plaatsen we een kleine stent in de afvoergang zodat deze openblijft.”
Alleen bij zachte speekselstenen kan de specialist een vergruizer inzetten. Mevrouw Tazelaar kiest voor deze behandeling. Ze krijgt de knobbel van het apparaat onder haar kin geplaatst. Vijf minuten lang geeft de vergruizer duizend keer per minuut een geluidsgolf. Daarmee wordt geprobeerd de speekselsteen los te trillen. Na de eerste behandeling volgen er nog vier of vijf. Dan moet de steen in principe weg zijn.
Een andere patiënt, A. van der Burgh uit Schiedam, heeft al een aantal maanden af en toe last van een dikke kaak. „De bobbel doet geen pijn, maar is wel lastig”, zegt hij. Op beelden van de CT-scanner en op een röntgenfoto, een zogeheten sialogram, is te zien dat er een steentje zit in de afvoergang van een van de speekselklieren. Bij een sialogram wordt via een klein buisje contrastvloeistof in de afvoergang gespoten, waardoor de blokkade zichtbaar wordt. Van der Burgh gaat eerst tien weken met vakantie, maar daarna gaat de steen eruit.
Mevrouw P. van Boeyen uit Schiedam is inmiddels kind aan huis in het speekselkliercentrum. Na vijf behandelingen met de vergruizer was haar steentje weg. Toch hield ze klachten. Op de foto konden de kno-artsen echter niets meer ontdekken. De vergruizer werd nog een keer ingezet.
Tijdens het spreekuur haalt Van Boeyen een speekselsteen van een centimeter uit een doosje in haar tas. „Bij het tandenpoetsen dacht ik: wat voel ik toch?” „Kennelijk toch losgewoeld door de vergruizer”, zeggen Kerrebijn en Sewnaik in koor.
„Als een patiënt geen klachten meer heeft, hebben wij ons doel bereikt”, zegt Kerrebijn. „We doen dit nog maar kort. We zijn heel praktijkgericht bezig en willen de resultaten gestructureerd inzichtelijk maken. Daarna zien we hoe we verder gaan.”
Hamsterwang
De mens heeft drie grote speekselklieren: opzij van de mond onder de oren, onder de kaak en in de mondbodem onder de tong. De speekselklieren scheiden ongeveer 1,5 liter speeksel per dag af in de mond via kleine kanaaltjes.
Speeksel vergemakkelijkt het slikken, gaat infecties in de mond tegen en bevat enzymen die voedingsstoffen afbreken.
Door een steen of een gezwel kan de afvoergang van de speekselklier verstopt raken en klachten veroorzaken zoals pijn en zwelling. Wanneer zwelling ontstaat door afsluiting van de speekselklier onder de oren, vormt zich een hamsterwang.
Speekselstenen bestaan uit een kalkverbinding en kunnen in grootte variëren van enkele millimeters tot enkele centimeters.