Een paar honderd aanwezigen stonden vrijdag stil bij de massale werkonderbreking van onder anderen Amsterdammers zeventig jaar geleden. De Amsterdammers protesteerden toen tegen grote razzia’s in de hoofdstad op 22 en 23 februari 1941. De nazi’s hadden ruim 420 Joodse mannen opgepakt en bijeengedreven op het Jonas Daniël Meijerplein. De meesten van hen kwamen in concentratiekampen terecht en overleefden de oorlog niet. De Duitsers braken de staking in Amsterdam en andere steden in Noord-Holland en Utrecht na enkele dagen met geweld.

Van der Laan stond in zijn toespraak stil bij de manier waarop de Februaristaking de afgelopen zeventig jaar is herdacht. De eerste bijeenkomst in 1946 bracht 50.000 man op de been. Toenmalig waarnemend burgemeester Feike de Boer maakte daar bekend dat koningin Wilhemina had besloten dat de hoofdstad voortaan het devies „heldhaftig, vastberaden, barmhartig” mocht toevoegen aan het stadswapen vanwege de staking. Hij memoreerde dat tijdens de Koude Oorlog in de jaren vijftig communisten en gemeente aparte herdenkingen organiseerden. Hij zei dat er sinds de jaren zestig weer een gezamenlijke herdenking is, waarbij tot tien jaar geleden geen toespraken werden gehouden.

Theatermaakster Jetty Mathurin droeg twee gedichten voor. Een van de gedichten is gemaakt door haar dochter en heet Blijven herrijzen. Het gaat erover dat mensen waakzaam moeten blijven tegen haat zaaien en dat tegenwoordig alles maar gezegd wordt, omdat woorden toch geen pijn zouden doen.

Na het voordragen van de gedichten werden kransen neergelegd door onder anderen gemeentebestuurder en Tweede Kamervoorzitter Gerdi Verbeet.

Eerder op de vrijdagmiddag organiseerde de Stichting Vriendenkring Mauthausen een herdenking bij het monument voor Joods Verzet 1940-1945 achter het stadhuis van Amsterdam.