Ledental GKV opnieuw gedaald
ASSEN – Het ledental van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) is vorig jaar opnieuw gedaald, met ruim 400. Per 30 september 2010 telde het kerkverband in totaal 123.781 leden en doopleden. Een jaar eerder waren dat er nog 124.188.
Dat blijkt uit het vrijdag verschenen Handboek 2011 van de GKV.
Nam het aantal belijdende leden tussen 1 oktober 2009 en 30 september 2010 met 106 toe tot 79.990, het aantal doopleden liep in diezelfde periode aanzienlijk terug. Per 30 september 2010 bedroeg het aantal doopleden 43.791: 513 minder dan het jaar ervoor.
Vanuit de Nederlands Gereformeerde Kerken sloten vorig jaar 21 belijdende leden en 14 doopleden zich aan bij de GKV. Uit de Christelijke Gereformeerde Kerken waren dit er respectievelijk 52 en 31; uit de ”nieuw vrijgemaakte kerken” 4 en 1; uit de Protestantse Kerk 127 en 70; uit de Gereformeerde Gemeenten 3 en 6; uit de Hersteld Hervormde Kerk 19 en 26; uit de Rooms-Katholieke Kerk 6 en 3; uit de overige kerken 66 en 30. Geen kerkelijke achtergrond hadden 70 nieuwe belijdende leden en 25 doopleden; van 56 (doop)leden was deze de samenstellers van het statistisch overzicht onbekend.
Naar de Nederlands Gereformeerde Kerken vertrokken 72 belijdende leden en 44 doopleden. Naar de Christelijke Gereformeerde Kerken gingen er respectievelijk 110 en 88 over; naar de ”nieuw vrijgemaakte kerken” 95 en 39; naar de Protestantse Kerk 143 en 95; naar de Gereformeerde Gemeenten 0 en 3; naar de Hersteld Hervormde Kerk 13 en 4; naar de Rooms-Katholieke Kerk 2 en 0; naar andere kerken 223 en 166. In totaal 192 belijdende leden en 190 doopleden sloten zich bij geen kerk meer aan; van 541 (doop)leden was dit onbekend.
Binnen de GKV is sprake van een „doorgaande verontrusting”, constateert ds. J. H. Kuiper uit Assen in zijn jaaroverzicht. In 2010 scheidden zich met name in Dalfsen (ds. E. Heres), Assen en Goes mensen af. Emeritus hoogleraar dr. J. Douma begon een eigen website, waarop hij voor de derde keer in zijn leven een analyse publiceerde van het kerkelijk leven – waarbij hij de nodige vragen heeft.
Ook vanuit Canada kwam een „duidelijk signaal”, waar de generale synode van de Canadian Reformed Churches uitsprak dat de relatie met de GKV in een kritieke fase terechtgekomen is. „Concreet gaat het om veranderingen in het bijbelverstaan, bezinning op de positie van de vrouw, toenadering tot de Nederlands Gereformeerde Kerken en handhaving van docenten aan de Theologische Universiteit die onder vuur zijn komen te liggen.”
In zijn overzicht wijst ds. Kuiper ook op de teruglopende belangstelling voor de tweede dienst op zondag. Hij verwijst hier naar het Nederlands Dagblad, dat zich eind vorig jaar aan de voorspelling waagde „dat het binnen afzienbare tijd afgelopen zou zijn met de middagdiensten.”
De Assense predikant voerde ook dit jaar een onderzoek uit onder vrijgemaakte kerkenraden, deze keer rond de eredienst. Hierop reageerden er 231 (van de 277). Uit de resultaten blijkt onder meer dat er in 158 plaatselijke kerken opwekkingsliederen worden gezongen. In 73 kerken gebeurt dit niet.
Het orgel heeft in de diensten nog altijd de hegemonie, de piano is een goede tweede, maar ook de band en het combo zijn in opkomst, blijkt verder. Ds. Kuiper constateert daarnaast dat in veel gemeenten „geruisloos” de kindernevendienst is ingevoerd. Op het punt van de liturgie is er binnen de GKV sprake van een „metamorfose”, concludeert hij.