Boswachters willen af van opfrisexamen
Een opfrisexamen eens in de vijf jaar is bos- en duinwachters en jachtopzieners een doorn in het oog.
Dat blijkt uit een vrijdag gepresenteerde enquête onder deze zogeheten groene buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s). Het onderzoek werd gehouden onder 524 leden van de Nederlandse Vereniging voor Natuurtoezicht (NVvN). De boswachters ervaren het examen als een blok aan het been. De vragen zouden nauwelijks raakvlak hebben met de praktijk. „Het heeft weinig zin om uit je hoofd te leren hoe de gemeenteraad staatsrechtelijk in elkaar steekt”, aldus een van de boswachters vrijdag op de jaarvergadering in kasteel Doorwerth.
Topambtenaar mr. C. Dessens, directeur-generaal rechtshandhaving van het ministerie van Justitie, zei het examen niet te willen afschaffen. „Het is van belang om bij de les te blijven en kennis op peil te houden”, pareerde hij de kritiek.
Dessens beloofde vrijdag dat boswachters en jachtopzieners op zeer korte termijn niet alleen op hun eigen -particulier- grondgebied aanhoudingen mogen verrichten, maar dat die bevoegdheid ook gaat gelden voor de hele politieregio waarbinnen ze werkzaam zijn.
Ook zullen boswachters op termijn worden uitgerust met pepperspray. Veel natuurtoezichthouders beklagen zich erover dat ze onvoldoende wapens in handen hebben om raddraaiers aan te kunnen pakken. Verder zullen de uniformen van alle buitengewoon ambtenaren worden voorzien van een en hetzelfde insigne.
Nederland telt 23.000 buitengewoon opsporingsambtenaren. Daarvan zijn er 1800 groene boa’s: de boswachters, natuur- en duinwachters en jachtopzieners. Andere boa’s zijn onder meer werkzaam in het openbaar vervoer en bij de douane.