Publieke omroep censureert politieke debat
De publieke omroep speelt een kwalijke rol bij de Statenverkiezingen door sommige politieke partijen structureel te negeren, stellen Karen Soeters en Maarten Reesink.
Veel kiezers bepalen op het laatste moment op welke partij ze gaan stemmen. Debatten op de televisie en voor de radio spelen een belangrijke rol bij die afweging. Het zou een logische gedachte zijn dat de organisatoren van debatten zich inspannen om inzichtelijk te maken wat er te kiezen valt en welke effecten daarvan te verwachten kunnen zijn.
Het tegendeel lijkt het geval. Noch de provinciale thema’s, noch de belangrijke onderwerpen rond de samenstelling van de Eerste Kamer komen aan bod in de debatten. De debatten vinden plaats tussen een samenraapsel van Eerste en Tweede Kamervertegenwoordigers van de traditionele politieke partijen, waarbij de essentie volledig wordt gemist. Tegelijkertijd worden de partijen die straks in de Senaat waarschijnlijk de ”balancing vote” zullen vormen, volkomen genegeerd. Ondanks het feit dat bijvoorbeeld de Partij voor de Dieren, de SGP en de Onafhankelijke Senaats Fractie (OSF) bij uitstek opvattingen hebben over provinciale thema’s.
Zo mocht fractievoorzitter Thieme van de Partij voor de Dieren eenmaal meedoen met een radiodebat van de NOS. Zij sneed daar als enige deelnemer provinciale thema’s aan en werd door onder meer het Nederlands Debat Instituut uitgeroepen als winnaar van het debat. Vervolgens mag zij van de publieke omroepen nergens meer meedoen aan het debat, ondanks het feit dat haar partij in de peilingen op 3 tot 4 Kamerzetels staat.
Met welk recht negeert de publieke omroep de honderdduizenden Nederlanders die overwegen bijvoorbeeld de Partij voor de Dieren, de SGP of een provinciale partij te kiezen? Actualiteitenrubrieken zouden zich meer moeten inspannen om het hele politieke landschap in beeld te brengen. Henk Hagoort, voorzitter van de raad van bestuur van de Publieke Omroep, gaf in 2008 al aan dat „Hilversum te veel hetzelfde publiek bereikt.” Dat leidt tot een grote groep „maatschappelijk teleurgestelden.”
Kiezers zeiden in het recente verleden massaal nee tegen de Europese grondwet, maar kregen hem toch. Ze zeiden massaal nee tegen een paramilitaire missie naar Kunduz, maar krijgen die toch. Ze wijzen massaal de bouw van megastallen af, maar krijgen ze toch. Politici zullen dit soort thema’s moeten bespreken tijdens de campagne, willen ze een opkomst realiseren die hoger is dan 50 procent.
Oudgedienden
Uit onderzoek van Blauw Research Debatrix blijkt dat 26,1 procent van de respondenten aangeeft dat de radio- en televisiedebatten invloed hebben op hun stemgedrag. Hetzelfde onderzoek laat zien dat de kiezer emotie belangrijk vindt. Van de ondervraagden stelt 61,5 procent het op prijs dat een lijsttrekker emotie laat zien tijdens verkiezingsdebatten. Op grond van dergelijke gegevens kun je er als radio- of televisiemaker niet van uitgaan dat je je kijkers een plezier doet met debatten tussen oudgedienden als Brinkman en Hermans.
Juist omdat het zo belangrijk is voor politieke partijen om hun verhaal te kunnen doen tijdens radio- en televisiedebatten zou je bij het structureel negeren van bepaalde politieke partijen kunnen spreken van een kwalijke campagneboycot door de publieke omroep.
De auteurs zijn respectievelijk docent mediapsychologie aan de Hogeschool van Amsterdam en docent media en cultuur aan de Universiteit van Amsterdam.