”Zomerleugens”: Antwoorden die vragen zijn
Bernhard Schlink (Bielefeld, 1944), vooral bekend als auteur van ”De voorlezer”, is een geraffineerd verteller. Hij weet zijn lezers vanaf het begin van zijn verhalen naar zich toe te halen en gevoelsmatig bij het gebeuren te betrekken. Dat is in de bundel ”Zomerleugens” niet anders.
Je voelt als lezer mee, denkt mee en ontkomt er niet aan om je af te vragen waarom de liefde het aanvankelijk zo gemakkelijk en op den duur zo moeilijk heeft. Om dit te illustreren, haal ik het begin van het verhaal ”Naseizoen” aan: „Voor de douane moesten ze afscheid nemen. Maar omdat alle desks en controleposten op het kleine vliegveld zich in dezelfde ruimte bevonden, kon hij haar met zijn blik volgen toen ze haar tas op de band legde, door het detectiepoortje ging, haar instapkaart liet zien en naar het vliegtuig werd gebracht. Het stond direct achter de glazen deur op de taxibaan.” De nieuwsgierigheid is dunkt mij met een dergelijk begin gewekt. Wie zijn die ”hij” en die ”zij”? Welke relatie bestaat er tussen beiden? Wat betekent het feit dat de ”zij” naar het vliegtuig wordt gebracht?
Aan het slot van het volgende hoofdstuk weet de lezer dat het om Richard en Susan gaat die elkaar tijdens een strandvakantie aan de oostkust van de Verenigde Staten hebben ontmoet. Richard is uit Europa afkomstig. Hij is fluitist in een orkest in New York en heeft moeite om financieel het hoofd boven water te houden. Susan is rijk en beheert een stichting. Alles lijkt koek en ei tussen hen beiden, totdat de vraag opduikt hoe hun toekomstige gemeenschappelijke leven er zal uitzien. Dan wordt het Richard duidelijk dat hij geen afscheid zal kunnen nemen van de armoedige buurt in New York waar hij woont en waaraan hij gehecht is geraakt.
De verteller Schlink sluit het verhaal zodanig af dat je als lezer blijft doormalen over het vervolg: „Richard deed het licht uit en ging naar bed. Voor hij insliep herinnerde hij zich hoe Susan op de trap naar het vliegtuig stond en lachte en huilde.”
Uit de andere verhalen, zoals ”De nacht in Baden-Baden” en ”Het huis in het bos”, komt als waarheid naar voren dat de liefde tussen twee mensen een gebied is dat bezaaid ligt met de voetangels en klemmen van misverstand, afgunst en argwaan. Schlink laat zien hoe gemakkelijk de liefde op een verkeerd spoor terechtkomt en zich dan maar moeilijk kan bevrijden van de dwingende richting waarin de gebeurtenissen gaan.
In wezen is Bernhard Schlink een ethicus. Hij presenteert een boeiend menselijk gegeven en laat het vervolgens aan zijn lezers over om daar iets mee te doen: meevoelen, tegenspreken, alternatieven verzinnen en ten slotte over het eigen leven en de eigen beslissingen nadenken. Wat moeten we bijvoorbeeld met ”De reis naar het zuiden”, over een oude dame die door haar man bedrogen werd en die nu in een luxueus bejaardenhuis woont? Het verhaal begint met de zin: „De dag dat ze ophield van haar kinderen te houden was niet anders dan andere dagen. Toen ze zich de volgende morgen afvroeg waardoor ze die liefde was kwijtgeraakt, vond ze geen antwoord.”
Daar kan de lezer uiteraard geen genoegen mee nemen. Uiteindelijk blijkt dat de oude vrouw in haar jonge jaren een verkeerde beslissing heeft genomen en een ander levensverhaal verzon om zichzelf te rechtvaardigen. Ook hier hebben we met een leugen te maken. Wat gaat ze doen, wanneer de waarheid ten slotte aan het licht komt? Wat is eerlijk in dit geval? Wie opent haar ogen voor de liefde van haar kleinkinderen? Schlink geeft antwoorden die in wezen vragen zijn.
Zomerleugens. Verhalen, Bernhard Schlink; uitg. Cossee, Amsterdam, 2010; ISBN 978 90 5936 3007; 271 blz.; € 19,-.