„Ik ben helemaal moe”
Een fietser in de dode hoek. Het is het schrikbeeld voor elke vrachtwagenchauffeur. Via de dobli-spiegel kan hij al veel beter zien wat voor kwetsbaars zich naast zijn bakbeest bevindt. De nieuwste ontwikkeling is een infraroodcamera die rechts aan de zijkant van de cabine gemonteerd wordt. Een monitor in de cabine geeft weer wat de camera ’ziet’.
Spiegels en camera waren vrijdagmiddag het onderwerp van vier vragen tijdens het examen natuur- en scheikunde (nas) in de kaderberoepsgerichte leerweg van het vmbo en van de leerlingen die nog het oude examen vbo/mavo-C deden. De examinandi van de gemengde en theoretische leerwegen (en van vbo/mavo-D) kregen er een vijfde vraag bij: „Laat in de figuur in het uitwerkboekje met getekende lichtstralen zien hoe groot het scherp (sic!) beeld van de fietser op het beeldvlak van de camera is.”
Het zijn vooral jongens die zich op Scholengemeenschap Pieter Zandt over deze vraag buigen. „Er zitten maar vijf meisjes bij nas”, weten Aliejanne Korf, Alice de Vries en Janneke de Boer, alledrie uit Urk. De opgave over de dode hoek vonden ze lastig; nogal buiten hun belevingswereld.
Met dat laatste probleem kampten ook de havisten -en opnieuw vooral de meisjes- die het examen Duits begonnen met een krantenartikel over een voetbalelftal. „Er werd nogal wat voorkennis verondersteld”, zegt docent drs. J. Paalberends. Tien, soms lange, teksten bevatte het examen. „Erg veel leesstof”, zegt de leraar. Positief is hij over het niveau: niet te hoog, zeker ook niet te laag. Dat laatste vindt ook Janneke de Boer: „Een moeilijk examen.”
Over het niveau van natuur- en scheikunde zijn de vmbo’ers verdeeld. „Nas is lastig als je niet goed in wiskunde bent”, weet een leerling. Jaap van den Dool, uit het hoge noorden van Friesland, had een moeilijker examen verwacht. „’t Ging best. En ik heb het hele jaar nog niks gedaan”, deelt Erik Meuleman mee. Iets ijveriger was Urker Jacob Boon: „We hadden drie weken om te leren. Maar wat je in die weken leert, kun je nooit allemaal onthouden, dus ik heb de eerste twee weken gewerkt. De laatste week heb ik hard geleerd en vanmorgen heb ik hier drie uur in een kamertje in het nieuwe leercentrum gezeten. Dat heeft toch wel geholpen.” Nanne-Marten Post, ook van de ’bult’, had precies goed gekozen welke twee hoofdstukken hij niet moest leren.
Met de voeten ver van zich af hangt Aline van den Born op een bank in de kleedruimte van de gymzalen waar de krachtproef zich afspeelt. „Ik ben helemaal moe. Maar dit was m’n laatste examen, dus ik ga eerst maar eens lekker slapen.”
Dat laatste examen, wiskunde, heeft de haviste „helemaal verprutst. De keus voor wiskunde was misschien wel de slechtste die ik in m’n leven gemaakt heb.” Maar aangezien ze slechts een 1,6 nodig heeft om haar diploma te halen, is ze niet in mineurstemming.
Volgens leraar A. Ebbers was het examen goed te maken. Meer dan eerder was differentiëren een onderdeel van het examen. „Dat was een nieuw onderwerp in de tweede fase, dus het is logisch dat het slechts geleidelijk het examen binnendruppelt.”
Het examen begon gemakkelijk, maar werd daarna „vies moeilijk” en dat gold volgens de docent met name voor de opgave waarin gegevens uit twee grafieken gecombineerd moesten worden. Leuker vond Ebbers de opgave over de Vlippo’s - „de echte naam mogen de examenmakers niet gebruiken, dus ze veranderen een letter.”
De examenkandidaten die economie in hun pakket hebben, hadden daar tijdens het wiskunde-examen gemak van, denkt de Pieter Zandt-docent. „Dat was bijna iedereen in de groep.”
De vwo’ers bogen zich vrijdag over biologie. „Het viel mee. Het ging niet zo diep op alles in. Het bevatte erg veel verschillende onderwerpen”, zijn enkele meningen die na afloop te beluisteren zijn. „De proefexamens waren moeilijker”, oordelen Cora Lugthart en Marijke Noteboom.
Ook aardrijkskunde stond voor de vwo’ers op de rol. „Een pittig examen, maar niet overvragend en de leerstof goed afdichtend”, stelt leraar drs. G. J. W. Bent. Migratie en mobiliteit, mens en milieu, en politiek en ruimte zijn de onderwerpen waarop zijn leerlingen bevraagd worden. Aan de leerlingen de uiterst actuele taak om argumenten voor een ruimhartig dan wel terughoudend immigratiebeleid te noemen. De vragen over het landschap langs de IJssel waren voor veel Pieter Zandt-leerlingen volgens hun docent een „thuisreis.”
In de gang discussieert een groepje dames over de belangwekkende vraag of ze voor, tijdens of na het examen het hardst gebibberd hebben. Nu staat het weekend voor de deur. Thuis wachten de studieboeken. Of het bijbaantje. „Jullie werken te veel”, weet examencoördinator J. van Putten zeker.