„De veiligheid is op het laagste punt sinds het vertrek van het Talibanregime in 2001”, zei Robert Watkins. „Na de versterking van de NAVO-troepen vorig jaar gaan rebellen naar gebieden waar we ze nooit eerder zagen. We kampen nu met veiligheidsproblemen waarvan we niet hadden gedacht dat we ze ooit zouden krijgen.”

Westerse landen hebben nu circa 150.000 militairen in Afghanistan. „De NAVO beweert dat ze de overhand krijgen, maar wij zien nog steeds heel grote veiligheidsproblemen”, zei Watkins.

Hulpverleners van de Verenigde Naties hebben nu toegang tot circa 30 procent van het land. In nog eens 30 procent is dat moeilijk, in de rest onmogelijk.

NAVO’s luitenant-generaal William Caldwell, belast met de opleiding, zei woensdag bij een bezoek aan de NAVO- en EU-hoofdkwartieren in Brussel dat elk jaar één op drie Afghaanse militairen het leger verlaat. Ze deserteren of vertrekken om medische of persoonlijke redenen. Er zijn echter genoeg nieuwe rekruten te krijgen om de vele vertrekkers ruimschoots te vervangen.

Het verloop is vooral hoog bij de zuidelijke bataljons die kampen met een sterke tegenstand van de Taliban. De mannen krijgen van hun zwakke Afghaanse leiders te weinig verlof, aldus Caldwell.

Caldwell zegt op koers te liggen om het aantal Afghaanse militairen en politiemensen te verhogen naar 305.000 in oktober. Het trainen van nieuwe agenten en soldaten is een vitaal deel van de NAVO-strategie in Afghanistan. Doel is dat de NAVO het commando in 2014 overdraagt aan de Afghanen.