Bij CDU in Bremen overheerst de angst om te winnen
Wel eens van een partij gehoord die aan de verkiezingen deelneemt maar bang is om te winnen? De CDU is zo’n partij. Zondag staan er in het Duitse Bremen deelstaatverkiezingen op het programma, maar de Duitse christen-democraten hopen dat de SPD de grootste blijft.
In de Duitse Hanzestad is de laatste weken amper sprake geweest van een verkiezingsstrijd. De twee grootste partijen, de SPD en de CDU, staan al acht jaar aan het roer in Bremen en willen er graag nog een derde regeringsperiode aan vast koppelen. Dus zijn ze -anders dan op landsniveau- de afgelopen weken vooral lief voor elkaar geweest.
De immens populaire burgemeester Henning Scherf (SPD) en de christen-democratische lijsttrekker Hartmut Perschau zien de voortzetting van de zogenaamde grote coalitie als de enige mogelijkheid om de problemen van de stadstaat op te lossen: alleen met de beide grote partijen is de sanering mogelijk van de Bremer economie, die diep in het rood staat.
Dat is natuurlijk curieus. Sinds jaar en dag heeft de stad aan de Weser de hoogste werkloosheid in West-Duitsland. Ze heeft daarbij de meeste schulden en als klap op de vuurpijl staat Bremen bekend als de stadstaat waar het slechtste onderwijs van heel Duitsland wordt gedoceerd.
Daar heeft de grote coalitie van SPD en CDU de afgelopen acht jaar niets aan veranderd. Scherf voert desondanks campagne met de leus: ”Koers houden”. De meeste opiniepeilingen geven aan dat Scherf zijn zin krijgt en dat de coalitie voor deze wanprestatie niet wordt gestraft.
De christen-democraten zouden er een verkiezingsthema van kunnen maken, maar doen dat bewust niet. De CDU heeft, na tientallen jaren in de oppositiebanken te hebben gezeten, de laatste acht jaar aan de macht geroken en heeft de smaak te pakken gekregen. Als de CDU de SPD aanvalt kan ze, en zal ze waarschijnlijk ook, de grootste partij worden, maar een absolute meerderheid is niet in zicht.
Dus zijn de christen-democraten aangewezen op een coalitiepartner. Scherf heeft onomwonden te kennen gegeven dat als de christen-democraten het grootst worden, hij niet bij een CDU-stadsregering zal aanschuiven. Hij is gewend de eerste viool te spelen en wil dat blijven doen. In dat geval zal zijn partij verderregeren met de Groenen.
De natuurlijke partner van de christen-democraten, de liberale FDP, is zelfs als ze de kiesdrempel haalt nog te klein voor een coalitiemeerderheid. Daarom blijft er voor de christen-democraten weinig anders over dan zich gedeisd te houden en te hopen dat de SPD van Scherf morgen als grootste partij uit de bus komt.
Veel problemen zouden Scherf persoonlijk aangerekend kunnen worden, maar niemand waagt het aan de burgemeester te komen. Zijn populariteit is ongekend en door hem heeft de SPD ook zicht op de overwinning. Wint de SPD in Bremen, dan betekent dat een breuk met de landelijke trend. In heel Duitsland scoort de SPD met bondskanselier Gerhard Schröder steeds lager in de peilingen en bij de laatste deelstaatverkiezingen moest de SPD steeds het onderspit delven. Om die reden heeft de SPD in Bremen geen nationale thema’s aangesneden en heeft men Schröder bezworen zijn gezicht niet te laten zien.
Mocht de CDU ondanks de met fluwelen handschoenen gevoerde campagne als grootste partij uit de bus komen, dan is het ’rode’ noorden in een halfjaar tijd bijna volledig omgetoverd in de zwarte huiskleur van de christen-democraten. Een halfjaar geleden verklaarden politieke commentatoren na de Bondsdagverkiezingen dat het noorden en het westen van Duitsland sociaal-democratisch kunnen worden genoemd. Het gebied ten zuiden van de Mainz gaf duidelijk een conservatieve meerderheid te zien.
De commentatoren waren amper uitgesproken, of de christen-democraten veroverden het ene na het andere raadhuis in het noorden van Duitsland, waaronder rode bastions als Kiel. Iedereen vraagt zich nu af of Duitsland een ingrijpende verandering van het politieke landschap te wachten staat.
Deskundige waarschuwen voor voorbarige conclusies. Zo beweert een aantal dat het burgerlijke kamp niet op eigen kracht heeft gewonnen, maar geprofiteerd heeft van het feit dat potentiële SPD-kiezers thuisbleven. En, hoe lager de opkomst, des te groter het gewicht van de trouwe CDU-kiezers.
Bovendien blijkt dat nu het aantal zwevende kiezers toeneemt, de (tijdelijke) stemming belangrijker is geworden. Bij de Bondsdagverkiezingen van september vorig jaar kon Schröder nog SPD-stemmers mobiliseren door een anti-Stoiber-stemming te creëren.
In Bremen profiteert de SPD van de populariteit van burgemeester Scherf. Nu zit de partij op ruim 40 procent in de peilingen, zonder Scherf haalt de SPD nauwelijks 30 procent. De vraag is of zijn populariteit zondag genoeg gewicht in de schaal legt, zodat de traditionele SPD-kiezers zondag de gang naar het stemhokje maken. Blijven ze alsnog thuis, dan wint de CDU - tot haar verdriet.