Een hagelwitte hoed tussen de hoofddoekjes
Het is haar derde bezoek deze week aan de „mensen in het land.” Toch is het koningin Beatrix niet aan te zien. Vriendelijk lachend, ontspannen zwaaiend en met spontane aandacht voor de bewoners van de Gooi- en Vechtstreek loopt ze door plaatsen als Muiden, Weesp en Blaricum. Het lijkt er door de vele vlaggen af en toe bijna Koninginnedag.
Vrijdagmorgen, halftien. In Muiden, een stadje onder de rook van Amsterdam, is het druk. In de smalle straatjes staan overal mensen. Bij de voormalige kazerne, nu een multifunctioneel gebouw met onder meer een bibliotheek en jeugd- en jongerenopvang, staat burgemeester H. A. Smit al klaar. Strak in het pak, met in zijn rechterhand een paraplu van doorzichtig plastic. Die zal hij straks aan de Koningin overhandigen, want het regent een beetje.
Zo druk het van tevoren in de straatjes van Muiden is, zo rustig is het bij de kazerne als de koningin om kwart voor tien arriveert. Ze maakt een korte wandeling vanuit haar auto, geeft handen en neemt spontaan aangeboden bloemen in ontvangst. Het officiële ruikertje krijgt de vorstin van T. Griffioen. Met 78 jaar was hij zaterdag de oudste jarige in de gemeente Muiden. Binnen in het gebouw spreekt de Koningin met deskundigen over het forteiland Pampus. Iets waar ze naar eigen zeggen erg naar heeft uitgezien, mede omdat ze het eiland een aantal malen bezocht heeft.
Buiten worden inmiddels de voorbereidingen getroffen voor de boottocht naar Weesp, die Hare Majesteit een halfuurtje later gaat maken. De salonboot ”De Lelie” ligt al klaar in de Herengracht. Binnen liggen petitfourtjes op een schoteltje en staan kleine boeketjes op de tafels. De bemanning staat grapjes te maken. Op de kade rookt dijkgraaf Johan de Bondt van het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht nog snel een sigaretje. Hij legt de Koningin straks onderweg uit hoe de Vecht de komende jaren gerestaureerd wordt.
Als zij aan boord gaat, drommen de Muidenaren rondom de salonboot samen. Een kind weet nog snel een tekening te overhandigen. Het bootpersoneel heeft inmiddels een stramme houding aangenomen. Als het schip wegvaart, wordt de Koningin door honderden mensen uitgewuifd. Om een halfuur later in Weesp op soortgelijke wijze weer te worden binnengehaald. Onderweg heeft ze kunnen genieten van het prachtige natuurschoon. En van de eenzame boerenfamilie langs het water die als enige de vlag heeft uitgestoken. Met z’n allen staan ze op de dijk, voorzien van blauwe overall en gele klompen.
In Weesp bezoekt koningin Beatrix het verpleeghuis Hogewey. Het kent een unieke manier van zorg verlenen aan dementerende bejaarden. Er zijn verschillende leefgroepen, met elk een eigen stijl. Zo is er onder meer een Indische groep, een Gooise groep en een leefgemeenschap uit de Amsterdamse Jordaan. De Koningin neemt ruim de tijd voor gesprekken met bewoners en personeel.
Het is opvallend hoeveel tijd zij inruimt voor persoonlijk contact. Maar niet iedereen kan aan bod komen. Bij wasserij Lamme in Nederhorst den Berg krijgt een groep kinderen niet allemaal een handdruk. „Veel te veel handen”, lacht de Koningin. Vol aandacht is ze echter bij een ontmoeting met medewerkers van het bedrijf. Voor een groot deel zijn ze van allochtone afkomst. Ze zitten allemaal in een kring, om goed te kunnen zien hoe de vorstin een beeldje krijgt. Maar de Koningin gaat met haar hagelwitte hoed spontaan tussen de dames met zwarte hoofddoek zitten. Er ontspint zich spontaan een gesprek. Een van de medewerkers achteraf: „Het was heel gezellig. Ze deed zo gewoon, helemaal niet uit de hoogte.”
Later op de dag bezoekt de Koningin een scheepswerf in Loosdrecht en een boerderij in Blaricum. Het streekbezoek eindigt in Laren. Daar neemt de Koningin afscheid, na gekeken te hebben bij een sociaal-cultureel centrum en een school voor vmbo. Rond vijf uur vertrekt zij. En kan ze zich weer op de afronding van de kabinetsformatie storten.