Abortus was geen optie
Het kwam mij weer helemaal voor de geest toen ik hoorde dat minister Donner heeft geadviseerd om de gemeenteraadsverkiezingen van 5 maart 2014 met het oog op de zuidelijke provincies een dag later te houden. Men zit op 5 maart namelijk met de omstandigheid dat er drie dagen aan voorafgaan van grote uitbundigheid, gevolgd door de zogenaamde veertigdaagse vastenperiode. De zogeheten vastenavondviering laat altijd de climax van die uitbundigheid zien. De normale, dagelijkse waarden die de samenleving kenmerken, worden dan op hun kop gezet, met vermommingen, verkleedpartijen, met muziek en veel drank. Dat laatste zou een dag later het stemgedrag door de alcoholische beneveling wel eens ongunstig kunnen beïnvloeden. Dat is inderdaad niet ondenkbaar.
Ruim anderhalf jaar van mijn militaire diensttijd heb ik eind jaren veertig van de vorige eeuw in Bergen op Zoom doorgebracht. Twee keer heb ik in het ”Krabbegat”, zoals de stad grenzend aan het water van de Oosterschelde ook wel wordt genoemd, carnaval meegemaakt. Als toeschouwer, zonder ook maar enige bijdrage aan de plaatselijke horeca. Wel om iets te begrijpen van een cultuur die aan zuidelijk Nederland eigen is. En die inmiddels ook tot ver boven de rivieren is doorgedrongen.
Eén keer ben ik, na de vastenavondviering, op Aswoensdag in de vroege morgen naar de parochiekerk aan de Grote Markt in Bergen op Zoom gegaan. Ik heb daar verbaasd staan kijken naar de priester die bij mannen die ladderzat binnenwaggelden, het askruisje op het voorhoofd aanbracht, waarna de boetedoening waarschijnlijk in een langdurige slaap thuis vervolg heeft gekregen.
Bergen op Zoom was garnizoensstad en dat had zijn gevolgen. Ruim een maand later vroeg een moeder met dochter, vergezeld van een pastoor, belet bij het bureau van het garnizoenscommando in de Markiezenhof, waaraan ik in de jaren 1948 en 1949 als dienstplichtige verbonden was. Wat na renovatie een prachtig museum is geworden was toen een kazerne waaraan sinds het vertrek van de bezetter nauwelijks iets was veranderd. Wie er binnenging, keek terug in vroeger eeuwen.
Met de bezoekers van toen keken we dik een maand terug. Om precies te zijn naar de carnavalsdagen. Dochterlief verklaarde dat zij met sergeant X op een van de carnavalsavonden onder invloed van iets te veel geestrijk vocht de liefde al te veel de vrije loop had gelaten en nu zwanger bleek te zijn. Het was de tijd waarin van de anticonceptiepil nog geen sprake was en abortus vanwege de godsdienstige instelling van het meisje (en vooral ook die van de pastoor) geen optie was, terwijl vanwege het standsverschil tussen ‘dader’ en ‘slachtoffer’ het aangaan van een huwelijk naar oordeel van de vader van de ‘dader’ ongewenst was. Naar ik later heb begrepen, heeft de gefortuneerde vader de verplichtingen van zijn zoon ruimhartig afgekocht.
Met de seksuele moraal van vandaag zal zich zo’n probleem nu niet gauw meer voordoen. Althans niet in zijn gevolgen.