Onrust in oosten Libië houdt aan
TRIPOLI (ANP/AFP/RTR) – Libische veiligheidstroepen hebben zaterdag opnieuw hard opgetreden tegen de oppositie in Benghazi, de tweede stad van het land in het noorden van Afrika. Er werd onder meer in de lucht geschoten om een groep betogers uiteen te drijven.
De betogers waren bijeen voor een begrafenis en keerden zich na de plechtigheden tegen de veiligheidsdiensten. „Ze probeerden de troepen aan te vallen, maar toen ze schoten hoorden renden ze weg”, aldus een ooggetuige in Benghazi, ongeveer 1000 kilometer ten oosten van de hoofdstad Tripoli. Ook zouden de huizen van tegenstanders van het regime van Muammar Kaddafi in beslag zijn genomen in de onrustige stad.
Vrijdag bereikten de betogingen in Libië een triest hoogtepunt, toen de ordetroepen ongekend hardhandig ingrepen. Volgens mensenrechtenorganisaties zijn daardoor zeker 84 mensen om het leven gekomen. De 68-jarige Kaddafi zette sluipschutters in en liet het leger vanuit helikopters op de betogers vuren, in een poging de demonstraties in Benghazi de kop in te drukken.
Een geestelijke uit Benghazi liet weten zaterdag zestien mensen te hebben begraven, de meesten met schotwonden in het hoofd of de borst. „Ik heb met mijn eigen ogen gezien hoe een tank twee mensen in een auto dooddrukte”, aldus de geestelijke. „Ze hadden niemand kwaad gedaan.”
Elders in Libië lijkt het vooralsnog rustig. Veel informatie komt echter niet naar buiten: het internet is platgelegd om te voorkomen dat de betogers elkaar kunnen vinden en journalisten zijn niet welkom. Kaddafi heeft nog geen commentaar gegeven op de gebeurtenissen.
Kaddafi is sinds een staatsgreep meer dan veertig jaar geleden aan de macht. Officieel heeft hij geen functie; hij is slechts de zogenoemde Gids van de Revolutie. In zijn jargon regeren „de massa’s” het land, onder meer met behulp van volkscomités en volksmilities, maar in werkelijkheid wordt geen beslissing genomen zonder de instemming van Kaddafi.
De demonstranten eisen democratische hervormingen en het vertrek van Kaddafi. Ze volgen het voorbeeld van betogers in Egypte en Tunesië, die de afgelopen weken de gehate machthebbers Hosni Mubarak en Zine al-Abidine Ben Ali tot aftreden wisten te dwingen.