Paul Cliteur vergist zich met religie en geweld
Zijn alle religies een gevaar voor de rechtsstaat?
Onlangs schreef de Leidse hoogleraar Paul Cliteur het boek ”Het monotheïstisch dilemma. De theologie van het terrorisme”. Na lezing van het boek kon ik me moeilijk aan de indruk onttrekken dat het vooral op papier gesteld is vanwege de zorg van de auteur over het opkomende radicalisme in de moslimwereld. Dit wordt in het boek echter niet beweerd. Nee, de auteur betoogt erin dat alle godsdiensten heel gemakkelijk gewelddadig kunnen worden en om die reden een gevaar kunnen vormen voor de rechtstaat. Cliteur pleit dan ook voor een volstrekt seculiere staat, waarin godsdienst buiten de publieke orde wordt gehouden. Zijn pleidooi doet onwillekeurig denken aan de titel van een ander boek: ”Radicale verlichting”, van Jonathan Israel. De Britse historicus pleit in dit boek tussen de regels door voor een radicaal atheïsme.
De zorg van Cliteur over de radicalisering binnen de islam is begrijpelijk. We hoeven maar te denken aan de recente aanslagen in Moskou, aan de terreur in Pakistan en aan de ongelooflijke wreedheden die in het kader van de sharia en de jihad worden begaan. Je ijst ervan als je leest van bestraffing door middel van stenigingen en zweepslagen en dat vaak van onschuldige (jonge) meisjes.
Toch is het zaak hier te nuanceren. Het zou een vergissing zijn om te denken dat alle moslims op grond van de Koran of het leven van Mohammed zulke dingen zouden voorstaan. Het tegendeel is waar. Tal van moslims geven er de voorkeur aan te wijzen op de tolerante houding die Mohammed meerdere keren getoond heeft richting zijn vijanden. Zij gaan liever voorbij aan die momenten dat ook in het leven van Mohammed sprake was van strijd en wreedheden en ze wijzen erop dat de islam in de geschiedenis vaak tegenover andersdenkenden een milde houding aannam. Het is voor hen al helemaal onbegrijpelijk dat er moslims zijn die eigen geloofsgenoten om het leven brengen door terreuraanslagen in moskeeën en dergelijke. Kortom: organisaties als al-Qaida staan ver van hen af.
De vraag is hoe het kan dat gewelddadigheid in bepaalde segmenten van de islamitische wereld zo sterk is binnengedrongen dat zelfs geloofsgenoten het moeten ontgelden? Heeft Cliteur gelijk als hij stelt dat dit inherent is aan de godsdienst als zodanig?
Revolutionaire denktrant
Laat ik proberen een antwoord te formuleren. Allereerst wil ik erop wijzen dat de radicalisering van de islam een reactie is. Dit is feitelijk vast te stellen. De biografie van meerdere geradicaliseerde moslims laat zien dat zij een tijdlang deelgenomen hebben aan het leven in het Westen. Zij studeerden in Amerika of West-Europa en zijn op een bepaald moment aangelopen tegen het westerse leefpatroon, dat vooral nu, via de media ook zijn impact krijgt in de moslimwereld. Zij kregen een weerzin tegen het vrije leven in de westerse wereld. Nu Amerika en Europa de wereld in veel opzichten domineren (al was het alleen maar vanwege de voorsprong op technisch gebied) zijn zij bang dat hun eigenheid in het gedrang komt. Daar verzetten ze zich tegen.
Nu is het echter merkwaardig dat ook degenen die zich afzetten tegen westerse invloeden, zich daar toch niet aan kunnen onttrekken. Een illustratie uit het verleden kan duidelijk maken wat ik bedoel. In de tijd van het Nieuwe Testament zetten sommige Joodse gemeenschappen zich schrap tegen de Romeinse wereld. Dat neemt niet weg dat zij qua organisatie en denktrant onwillekeurig ideeën overnamen van de Romeins-hellenistische beschaving waartegen zij zich afzetten. De vraag is of juist terroristische groeperingen binnen de islam niet veel methoden overgenomen hebben van revolutionaire elementen die uitgerekend sinds twee eeuwen in het Westen te vinden zijn.
Deze revolutionaire denktrant kwam voort uit een zich afzetten tegen het christendom en tegen de gevestigde orde. Dostojewski beschrijft in zijn boek ”Boze Geesten” hoe het communisme zich in Rusland in de 19e eeuw een weg wilde banen door terreur. En we kennen in onze westerse wereld de terreur van het nationaalsocialisme en in de naoorlogse decennia van tal van linkse oppositiebewegingen. Daaruit blijkt dat dat gewelddadige revolutionaire elan zich net zo gemakkelijk kan koppelen aan allerlei ”ismen” als aan een godsdienst.
Edmund Burke (1729-1797), de grondlegger van het conservatisme, stelde eens: „Degenen die oppervlakkig kijken naar de wereldgeschiedenis, verbeelden zich dat alleen religie in staat is het temperament van de mens op te zwepen, waardoor oorlogen ontstaan. Dit is niet waar: er is geen leer of doctrine waaraan de mensen zich niet kunnen warmen, die niet in staat zou zijn hetzelfde effect te bewerken als religie.” Het heeft er veel van weg dat het virus van het revolutionaire overgesprongen is naar degenen voor wie het helaas gemakkelijk is zich te beroepen op de gewelddadige beginperiode van de islam.
Kruis
Daar komt nog een aspect bij. Het is onmiskenbaar zo dat de christelijke kerk een ander begin kent dan de islam. Dit is historisch vast te stellen. De kerk werd niet uitgebreid met het zwaard en door verovering, maar door de prediking. Het ging in die prediking niet om de vestiging van een aardse macht, maar om de opening van het Koninkrijk der hemelen voor wie geloofden. Een aards koninkrijk heeft Christus altijd afgewezen. Juist dit aspect behoort tot het wezen van het christelijk geloof.
Dat Jezus Zijn leven gaf aan het kruis om voor anderen de weg tot het Koninkrijk der hemelen te banen en dat Hij aan het kruis vergeving vroeg voor degenen die Hem ten onrechte veroordeeld hadden, daaraan gaat Cliteur voorbij. Dat is, gezien de verstrekkende conclusies die hij trekt, niet sterk. Juist als het gaat om vraagstukken als die hij behandelt, mag de nuance en vooral ook de historische betrouwbaarheid niet ontbreken.
Het heeft er veel van weg dat hij in zijn boek heel sterk naar een conclusie toe heeft willen redeneren. Daar is de zaak die hij aansnijdt niet mee gediend. Want juist nu de wereld kleiner wordt en wereldreligies elkaar ontmoeten en het Midden-Oosten om tal van redenen in beweging is, is er veel aan gelegen om ontwikkelingen op een juiste wijze te interpreteren en geen vertekend beeld te geven.
Dr. H. Klink, hervormd predikant te Hoornaar Hebt u een vraag voor deze rubriek of wilt u reageren? weerwoord@refdag.nl