Zelfdoding: levenseinde bepalen is geen mensentaak
Het burgerinitiatief om stervenshulp mogelijk te maken voor ouderen die klaar zijn met leven laat zien dat de mens op Gods troon wil zitten, aldus W. Visser. Niet de mens bepaalt echter het begin en het einde van het leven en wat zinloos is en wat niet.
Vertegenwoordigers van de initiatiefgroep Uit Vrije Wil gaven woensdag in Den Haag toelichting op hun voorstel om hulp bij zelfdoding aan burgers van zeventig jaar en ouder te legaliseren. Dit deden ze op uitnodiging van de vaste Kamercommissie van veiligheid en justitie. Een jaar eerder, in februari 2010, lanceerde de initiatiefgroep het Burgerinitiatief Voltooid Leven. Met dit burgerinitiatief wil de groep bereiken dat het mogelijk wordt om stervenshulp te bieden aan ouderen die hun leven voltooid achten. Het centrale uitgangspunt is zelfbeschikking, die in dit kader voor ouderen zou moeten kunnen leiden tot een „humaan en zelfgekozen levenseinde.”
Op dit moment is het niet mogelijk om in gevallen van „voltooid leven” op legale wijze stervenshulp te krijgen. Stervenshulp zonder vervolging is wel mogelijk binnen de euthanasiewet. Maar deze wet is bedoeld voor degenen die ondraaglijk en uitzichtloos lijden vanwege een classificeerbare ziekte of aandoening. Een arts die aan de zorgvuldigheidseisen voldoet, kan hulp bij zelfdoding geven zonder strafvervolging.
Bij voltooid leven ligt het volgens het Humanistisch Verbond anders. Volgens deze groep hebben ouderen die existentieel lijden niet altijd een door medici vastgestelde lichamelijke of psychische ziekte. In wezen is er bij hen geen sprake van een medisch probleem. Ze zijn klaar met leven, lijden aan het leven en willen waardig afscheid nemen en sterven, aldus het Humanistisch Verbond.
Deze zaken zijn ontzaglijk ingrijpend. Hier zit de mens op de troon; de mens die zelf uitmaakt wat goed en kwaad is, wat waarde heeft en waardeloos is. De Bijbel spreekt daar anders over. Voor God heeft elk leven zin. Hij heeft ieder ding (maar ook mens) schoon gemaakt op Zijn tijd, zegt Salomo in Prediker 3. Of het nu gaat over een dementerende oudere, een frisse tiener of wie dan ook. Wij zijn schepselen van God en als zodanig waardevol. In Psalm 139 staat dat God de mens heeft „geborduurd” en als een „ongevormde klomp” gevormd heeft. Dat geeft aan dat het leven al in de moederschoot waarde heeft.
Willen we het ouder worden naar Bijbelse waarde taxeren, dan is dat niet mogelijk zonder aan dit wonderlijke begin te denken. In Psalm 71 lezen we hoe het wonderlijke begin verbonden wordt aan het levenseinde. De dichter ziet de rode draad van Gods leiding, van zijn prille begin tot in de ouderdom. Hij ziet bovendien de ouderdom als de voltooiing van zijn leven. Er staat over de patriarchen dat hun leven verzadigd was, ze waren oud en der dagen zat. Dat betekent: het leven is voltooid, het is gerijpt voor het einde. Maar dan nog greep niemand zelf naar het levenseinde.
Verouderen is een gevolg van de zondeval. Eeuwig leven is een niet-verouderend leven. Engelen worden bijvoorbeeld in de Bijbel getekend als jongelingen. Het doopformulier zegt dat ons leven niet anders is dan een gestadige dood. Het hele leven, vanaf onze geboorte, is een stervensproces. Bij het klimmen van de jaren zien we het verval steeds meer voor ogen. Wat is het een pijnlijk proces als je merkt dat je namen en feiten je niet meer herinneren kunt, dat je lichaamskrachten afnemen.
Maar is dat leven zinloos? Moeten we de rit naar het einde maar niet afmaken als we merken dat we het levenstempo niet meer kunnen meemaken, dat onze schoonheid vergaat, dat onze mening niet meer telt? De Bijbel leert iets anders. De grijsheid wordt in de Schrift juist geëerbiedigd. De oudsten in Israël waren de wijze mannen in de poort. Ze werden betrokken bij het stadsbestuur. In de families waren de woorden van de ouderen van groot belang. Helaas is dat in onze maatschappij heel anders geworden.
En wat te denken van oudere, godvrezende mensen in kerkenraden? Zij stempelen niet zelden deze colleges en het gemeenteleven op een positieve wijze. In de Bijbel lezen we nergens dat oude mensen hebben afgedaan, integendeel: hun waarde wordt door de Heere en de mensen gezien. Ze worden „vet en groen” genoemd in Psalm 92, als ze „verkondigen dat de Heere recht is.”
Wie de Bijbel wil gehoorzamen, kiest niet voor absolute eerbied voor het leven, maar heeft eerbied voor de God van het leven. God is de Schepper van ons leven, Hij bepaalt het begin en het einde. Daar moeten we ons eerbiedig voor buigen. Dat betekent niet dat we tot het alleruiterste moeten gaan om het leven te verlengen, maar juist dat we eerbiedig terugtreden als de dood komt.
De auteur is ouderling in de gereformeerde gemeente te Nunspeet.