Clasina over hondenpoep
Op een onopvallend tijdstip, tussen tien en elf uur ’s avonds, gaat een vaste brigade de straten op. De mensen van deze brigade lopen op onhoorbare schoenen en kijken naar de sterren.
Ze kijken naar de sterren omdat ze niet willen zien dat hun hond poept waar het niet mag.
Overdag liggen ze daar: al die hopen op een rij in de groenstrook. Op het stukje aarde rond een boom is een drol gedeponeerd; hij past er precies.
Poep in de wijk maakt mensen zonder hond woedend en sommigen mét hond treurig. Er zijn namelijk baasjes die de uitwerpselen van hun viervoeter wel opruimen, maar door voorbijgangers worden aangestaard: „O nee. Weer iemand met hónden.” (Daarom zwaait deze categorie zo nadrukkelijk met poepschepje of -zakje.)
De 1,8 miljoen honden in Nederland produceren met elkaar bijna 145 miljoen kilogram poep per jaar, aldus de Europese wetenschappelijke raad voor gezelschapsdieren Esccap vorig jaar. Om die hoeveelheid op te slaan, zouden 730.000 grijze kliko’s van 240 liter nodig zijn. Van de hondenbazen schijnt 40 procent de poep van hun dier op te ruimen, maar dan blijft er nog 87 miljoen kilogram in onze woonomgeving liggen. Dit is geen probleempje, het is een Probleem.
Gemeenten proberen van alles. Ze plaatsen hondenpoepbakken, bestellen speciale stofzuigers, zorgen voor poepzakjesdispensers met losse zakjes en leggen hondenveldjes aan. Soms roept iemand dat de hondenbelasting drastisch omhoog moet, waarvan dan hondenpoepopruimers kunnen worden betaald.
In het Groningse Thesinge doen ze het anders. Daar krijgen baasjes het bedrag van de hondenbelasting terug als het dorp poepvrij blijft. Het schijnt al heel schoon te zijn daar.
Dan is er nog een creatief groepje in New York City, de Sprinkle Brigade. Ze maken kunstwerkjes van hondenpoep. Leggen er bijvoorbeeld een mes, vork en servet bij, of plaatsen er minisoldaten naast, die de hondendrol als borstwering gebruiken. Zeer grappig. Bazen moeten daardoor massaal gaan denken: „Nee. Dit kan eigenlijk niet.”
Anderen zien kansen rond de komst van ”animal cops”, politieagenten die optreden tegen mishandeling en verwaarlozing van dieren. Kunnen zij de niet-opruimende bazen soms beboeten?
Nu kunnen 500 agenten natuurlijk nooit tegen 1,8 miljoen honden op. Daarom hier alvast een tip om efficiënt te werken, cop. Ga na het nieuws van tien uur ’s avonds de straat op en let eens op de mensen bij de groenstroken die naar de sterren kijken. Laat boosdoeners de boetes contant betalen. Deel dat geld daarna uit aan mensen die over hopen hondenpoep en verdwaalde drollen heen moeten stappen om de uitwerpselen van hun eigen hond op te ruimen. Dat is zó vies.