De vakbond reageert hiermee op de plannen van Opstelten om de bureaucratie binnen de politie te verminderen. Door administratief personeel in te schakelen, hoeven agenten op straat de helft minder papierwerk te doen. Ze kunnen anderhalf uur meer de straat op.

Maar nieuwe wetgeving heeft de laatste jaren niet bijgedragen aan vermindering van bureaucratie bij de politie, integendeel, aldus Van de Kamp. Volgens hem kost bijvoorbeeld de uitvoering van de nieuwe regel dat een verdachte recht heeft op een advocaat bij zijn verhoor, de capaciteit van 150 volledig werkende politiemensen. Ook het recente Europese onderzoeksbevel kost de politie veel arbeidskracht.

Het bevel verplicht de Nederlandse politie om andere Europese opsporingsdiensten te helpen bij hun onderzoek. „De hulp aan onze Europese collega’s kost ons ongeveer de capaciteit van 450 politiemensen”, rekent Van de Kamp voor. Verder kost volgens hem ook de identificatiewetgeving de nodige arbeidskracht.

„Opgeteld raken we een capaciteit van ongeveer duizend politiemensen kwijt aan al deze regels. Dat gaat ten koste van de opsporingscapaciteit in Nederland”, concludeert de ACP-voorman. „Ik wil dat de minister precies gaat uitrekenen hoeveel capaciteit de politie hiermee kwijt is. Die moet worden gecompenseerd met meer mensen of er moet worden geaccepteerd dat de politie minder werk kan doen.”

Van de Kamp verzoekt Opstelten daarom ook om er in de toekomst alles aan te doen om nieuwe regelgeving die weer extra werk voor de politie met zich meebrengt, te beperken. „Of er capaciteit voor beschikbaar te stellen, natuurlijk.”