Agteresch toonde zich een leven lang een groot pleitbezorger van de Twentse taal. Tot vorige week schreef hij in het Rijssens Nieuwsblad zijn dialectrubriek die brede belangstelling genoot. Ook presenteerde hij op Radio Oost bijna 25 jaar lang zijn uiterst populaire zaterdagmorgenprogramma Harms Farms.

Door zijn niet-controversiële opstelling genoot Agteresch grote waardering bij alle lagen van de bevolking. Des te opzienbarender werd het gevonden toen hij zich enkele jaren geleden inspande om een borstbeeld in de stadsbibliotheek geplaatst te krijgen van Belcampo, de auteur die vanwege zijn boek Het Grote Gebeuren in Rijssen nogal omstreden is. Hoewel het Rijssense Museum zich bereid verklaarde het borstbeeld een plaats te willen geven, bleef Agteresch bij zijn standpunt dat een schrijver thuis hoort in een bibliotheek.

Agteresch nam in de Reggestad op zijn eigen wijze zijn geheel eigen plaats in. Ooit verdiende hij zijn brood als stukadoor, maar op den duur werd hij de komiek die van zijn podiumactiviteiten in Oost-Nederland kon leven. In Rijssen was hij ook jarenlang de drijvende kracht achter het Rijssense Revuegezelschap. Enkele jaren geleden verbaasde hij vriend en vijand met groots opgezette streektaaluitvoeringen van twee wereldopera’s: De Barbier van Sevilla van Rossini en Lortzings Tsaar en timmerman. Beide monsterproducties werden in de open lucht uitgevoerd in het Volkspark en bij de haven van de Pelmolen aan de Regge.

De begrafenis is dinsdag op de algemene begraafplaats Het Lentfert.